Werking van Lane Keeping Assist (rijvakassistentie)
Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) in-/uitschakelen

Voor Europa/Australië/Rusland
Wanneer de auto wordt gestart, wordt het Rijvakassistentie-systeem altijd ingeschakeld en zal een grijs (
) controlelampje op het dashboard aan gaan.
Als u Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) wilt uitschakelen, houdt u de knop Rijstrookassistentie ingedrukt (
) om de functie uit te schakelen Het (
) het indicatorlampje wordt geel als u Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) uitschakelt.
Behalve Europa/Australië/Rusland
Houd terwijl het voertuig is ingeschakeld de knop Rijstrookassistentie (
) op het stuurwiel ingedrukt om de Rijvakassistentie uit te schakelen.
Het grijze of groene (
) lampje op het dashboard gaat branden als u Rijvakassistentie inschakelt. Het (
) het indicatorlampje wordt geel als u Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) uitschakelt.

-
Als Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) in standby staat, brandt het grijze controlelampje (
) op het dashboard.
-
Als Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) bedrijfsgereed is, gaat de groene indicator (
) op het dashboard.
Waarschuwing en bediening
De Rijvakassistentie waarschuwt en grijpt in als volgt.
-
Waarschuwing bij rijbaanwissel
-
Lane Keeping Assist (rijvakassistentie)


Waarschuwing bij rijbaanwissel
Waarschuwing bij rijbaanwissel wordt gegeven door een groen (
) lampje op het dashboard, een knipperend lampje in de richting waaruit u bent vertrokken, er klinkt een geluidssignaal en
er is een stuurwieltrilling (indien uitgerust).
Waarschuwing bij rijbaanwissel wordt geactiveerd in de volgende omstandigheden.
-
Uw rijsnelheid: Ongeveer 60~200 km/u (40~120 mph)
Lane Keeping Assist (rijvakassistentie)
Het groene (
) controlelampje zal knipperen op het instrumentenpaneel, en het stuurwiel zal aanpassingen maken om de auto binnen de rijstrook
te houden.
Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) wordt geactiveerd in volgende omstandigheden.
-
Uw rijsnelheid: Ongeveer 60~200 km/u (40~120 mph)
Waarschuwing hands-off (handen van het stuur)

A: Houd uw handen op het stuur
Als de bestuurder het stuur gedurende meerdere seconden loslaat, verschijnt de waarschuwingsmelding op het dashboard en klinkt een waarschuwingssignaal met verschillende niveaus.

-
Mogelijk wordt er niet bijgestuurd als het stuur zeer stevig wordt vastgehouden of als het voorbij een bepaalde hoek gedraaid is.
-
Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) werkt niet altijd. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om veilig te sturen en de auto in zijn rijstrook te houden.
-
Afhankelijk van de wegomstandigheden kan de waarschuwingsmelding hands-off mogelijk te laat verschijnen. Houd uw handen altijd aan het stuurwiel tijdens het rijden.
-
Als het stuur zeer lichtjes wordt vastgehouden, kan de waarschuwingsmelding hands-off verschijnen omdat de Lane Keeping Assist de handen van de bestuurder aan het stuur niet opmerkt.
-
Als u voorwerpen aan het stuurwiel bevestigt, is het mogelijk dat de waarschuwing hands-off niet goed werkt.

-
Hoewel Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) bijstuurt, kan de bestuurder steeds zelf sturen.
-
Het stuurwiel kan wel zwaarder of lichter aanvoelen terwijl Lane Keeping Assist bijstuurt dan wanneer dat niet het geval is.
-
Wanneer rijstrookmarkeringen (of wegranden) worden gedetecteerd, veranderen de rijstrooklijnen op het dashboard van grijs naar wit


-
De afbeeldingen en kleuren op het instrumentenpaneel kunnen afwijken per type instrumentenpaneel of gekozen thema in het instellingenmenu.
-
Voor meer informatie over het instrumentenpaneel, zie Meer details.