Informatie over gegevensverwerking
Elke verwerking van persoonsgegevens door het eCall-systeem in het voertuig is in overeenstemming met de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens als bedoeld in de Richtlijnen 95/46/EG (1) en 2002/58/EG (2) van het Europees Parlement en de Raad, en gaat meer bepaald uit van de noodzaak om de vitale belangen van de betrokkenen te beschermen in de zin van artikel 7, onder (d), van Richtlijn 95/46/EG (3).
De verwerking van die gegevens is strikt beperkt tot het aannemen van de noodoproep via eCall naar het centrale Europese noodnummer.
Typen gegevens en hun ontvangers
Het eCall-systeem in het voertuig mag alleen de volgende gegevens verzamelen en verwerken:
-
Voertuigidentificatienummer
-
Voertuigtype (personenvoertuig of licht bedrijfsvoertuig)
-
Type brandstof (benzine/diesel/CNG/LPG/elektrisch/waterstof)
-
De laatste drie locaties en rijrichting van het voertuig
-
Een log van de automatische activering van het systeem en de tijdstippen ervan
-
Eventuele aanvullende gegevens (indien van toepassing): Niet van toepassing
Ontvangers van de gegevens die het eCall-systeem in het voertuig heeft verwerkt zijn de betreffende publieke noodoproepcentrales die door de betreffende nationale overheid zijn aangewezen voor het gebied waar ze actief zijn om als eerste de oproepen van eCall naar het enige Europese noodnummer te ontvangen en verwerken. Aanvullende gegevens (indien beschikbaar): Niet van toepassing
-
Richtlijn 95/46/EC van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (OJ L 281, 23.11.1995, p. 31).
-
Richtlijn 2002/58/EC van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (Richtlijn over privacy en elektronische communicatie) (OJ L 201, 31.7.2002, p. 37).
-
Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (OJ L 119, 4.5.2016, p. 1). De Verordening is vanaf 25 mei 2018 van kracht.
Regelingen voor gegevensverwerking
Het eCall-systeem in het voertuig is zo ontworpen dat de gegevens uit het geheugen van het systeem pas buiten het systeem beschikbaar zijn zodra er een eCall wordt gedaan. Aanvullende opmerkingen (als die er zijn): Niet van toepassing
Het eCall-systeem in het voertuig is zo ontworpen dat het bij normale werking niet op te sporen is en niet constant te volgen. Aanvullende opmerkingen (als die er zijn): Niet van toepassing
Het eCall-systeem voor in het voertuig is zo ontworpen dat de gegevens in het interne geheugen van het systeem automatisch en doorlopend worden verwijderd.
De gegevens over de voertuiglocatie worden in het interne geheugen van het systeem constant overschreven, waardoor er altijd maximaal drie van de laatste actuele locaties van het voertuig worden bewaard voor een normale werking van het systeem.
Het log met gegevens over de activiteit van het eCall-systeem in het voertuig wordt niet langer bijgehouden dan nodig is voor het verwerken van de noodoproep via eCall en in ieder geval nooit dan 13 uur na het moment waarop de noodoproep door eCall is gedaan. Aanvullende opmerkingen (als die er zijn): Niet van toepassing
Modaliteiten voor uitoefening van de rechten van het gegevenssubject
Het gegevenssubject (de voertuigeigenaar) heeft recht op toegang tot de gegevens en waar nodig op rectificatie, verwijdering en blokkering van gegevens die over hem of haar gaan, indien de verwerking ervan niet strookt met de bepalingen in Richtlijn 95/46/EG. Derden aan wie de gegevens zijn verstrekt, moeten overeenkomstig deze Richtlijn van een dergelijke rectificatie, verwijdering of blokkering op de hoogte worden gebracht, tenzij dit onmogelijk blijkt of een onevenredige inspanning vergt.
De direct betrokkene heeft het recht om een klacht in te dienen bij de betreffende gegevensbeschermingsautoriteit indien hij of zij vindt dat zijn of haar rechten zijn geschonden als gevolg van de verwerking van zijn of haar persoonsgegevens.
De contactdienst verantwoordelijk voor het verwerken van verzoeken tot toegang (als die er zijn): Niet van toepassing