Zekeringen




* Links: Normaal, Rechts: doorgebrand
* Het daadwerkelijke label in de zekering-/relaiskast kan afwijken.
Voordat u een doorgebrande zekering vervangt, moet u de (-) accupool (voor plug-in hybride voertuigen) of de accu-aansluiting (voor hybride voertuigen) ontkoppelen.
Controleer allereerst de zekeringkast aan bestuurderszijde wanneer het elektrisch systeem niet werkt.
Vervang een zekering altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte.
Als de vervangende zekering ook doorbrandt, duidt dit op een elektrische storing. Probeer het betreffende systeem niet te gebruiken en neem onmiddellijk contact op met een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te raadplegen.

-
Vervang een zekering alleen door een zekering met dezelfde stroomsterkte.
-
Een zekering met een hogere capaciteit kan schade en mogelijk brand veroorzaken.
-
Vervang een zekering nooit door ijzerdraad of aluminiumfolie, ook niet als noodreparatie. Anders kan de bedrading ernstig beschadigd raken en kan er brand ontstaan.
-
Wijzig de elektrische bedrading van de auto niet of voeg geen extra bedrading toe naar eigen goeddunken.

-
Wanneer u een doorgebrande zekering of relais door een nieuw exemplaar vervangt, zorg er dan voor dat de nieuwe zekering of het nieuwe relais goed in de houder past. Wanneer de zekering of het relais niet goed vastzit, kunnen de bedrading en de elektrische systemen van de auto beschadigd raken en mogelijk brand veroorzaken.
-
Verwijder geen zekeringen, relais of aansluitingen die zijn vastgezet met bouten of moeren. De zekeringen, relais of aansluitingen kunnen mogelijk niet goed worden vastgezet, wat brand kan veroorzaken. Als zekeringen, relais of aansluitingen die zijn vastgezet met bouten of moeren zijn doorgebrand, moet u een professionele werkplaats raadplegen. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te raadplegen.
-
Plaats uitsluitend zekeringen of relais in de aansluitingen van de zekering/relais. Anders kunnen er problemen met de aansluiting of storingen aan het systeem ontstaan.
-
Steek geen schroevendraaiers of draden in een aansluiting die oorspronkelijk alleen voor zekeringen en relais is bedoeld. Het elektrische systeem en de bedrading in de auto kunnen door een slecht contact beschadigd raken of doorbranden.
-
Als u de draad aan het achterlicht rechtstreeks verbindt of de gloeilamp vervangt die boven het voorgeschreven vermogen zit voor het installeren van aanhangers, enz., dan kan het binnenste verbindingsblok verbranden.
-
Verwijder een zekering niet met een schroevendraaier of een ander metalen voorwerp omdat hierdoor kortsluiting kan ontstaan, waardoor het elektrisch systeem beschadigd kan raken.

-
Wanneer u de zekering vervangt, zet u het contact op "OFF" en schakel alle elektrische apparaten uit en ontkoppel vervolgens de (-)-accupool (voor plug-in hybride voertuigen) of de accuconnector (voor hybride voertuigen).
-
Het feitelijke label in de zekering-/relaiskast kan afwijken.
-
Voorzorgsmaatregelen voor het tinten van ruiten
Getint glas (vooral met een metaalhoudende laag) kan verbindingen of de radio-ontvangst verstoren en een storing veroorzaken aan het automatische verlichtingssysteem vanwege een overmatige verandering van de binnenverlichting van het voertuig. De gebruikte oplossing kan bovendien in elektrische of elektronische apparaten terechtkomen waardoor die verstoord raken en niet meer werken.