Instellingen Intelligente assistentie snelheidsbeperking
Snelheidslimiet


A: Bestuurdershulp
-
Snelheidslimiet
Met het voertuig ingeschakeld, selecteer Gebruikersinstellingen → Bestuurdersassistentie → Rijveiligheid→ Snelheidslimiet op het instrumentenpaneel of selecteer Instellingen → Voertuig → Bestuurdersassistentie → Snelheidslimiet op het infotainmentsysteem.
-
Landenkeuze: Als navigatie niet is ingeschakeld, kunt u het land handmatig selecteren in het menu. Selecteer het land waarin u op het moment rijdt voor een goede werking (indien van toepassing).
-
Assistentie snelheidslimiet: Intelligente assistentie snelheidsbeperking informeert de bestuurder over snelheidslimieten en andere verkeersborden en waarschuwt de bestuurder wanneer er sneller dan de maximumsnelheid wordt gereden. Daarnaast adviseert de Intelligente assistentie snelheidsbeperking de bestuurder om de ingestelde snelheid van de Handmatige snelheidslimietregeling te wijzigen om binnen de snelheidslimiet te blijven.
-
Snelheidslimietwaarschuwing: de intelligente assistentie snelheidsbeperking informeert de bestuurder over de snelheidslimiet en andere verkeersborden. Bovendien waarschuwt de intelligente assistentie snelheidsbeperking de bestuurder wanneer de auto harder rijdt dan de snelheidslimiet.
-
Informatie snelheidslimiet: Geeft informatie over snelheidslimieten en extra verkeerstekens.
-
Uit: de intelligente assistentie snelheidsbeperking wordt uitgeschakeld. Het waarschuwingslampje van de Intelligent Speed Limit Assist (intelligente assistentie snelheidsbeperking) (gaat
) op het dashboard.

Wanneer u het voertuig uitschakelt en opnieuw start, wordt de waarschuwing snelheidslimiet automatisch ingeschakeld. Zorg ervoor dat u op een veilige plek parkeert voordat u de Intelligente assistentie snelheidsbeperking instelt.

Om Intelligente assistentie snelheidsbeperking (of Waarschuwing snelheidslimiet) over te schakelen naar Informatie snelheidslimiet, of om Informatie snelheidslimiet over te schakelen naar Intelligente assistentie snelheidsbeperking (of om uit te schakelen), houdt u de Mute-toets op het stuurwiel ingedrukt. (Kan mogelijk niet verstrekken van de softwareversie van het infotainment)
Waarschuwingsmethoden


A: Bestuurdershulp
-
Waarschuwingsmethoden
Waarschuwingsmethoden kunnen worden ingesteld als het voertuig in de stand ON staat. Selecteer Gebruikersinstellingen → Bestuurdersassistentie → Waarschuwingsmethoden in het instellingenmenu op het instrumentenpaneel of Instellingen → Voertuig → Bestuurdersassistentie → Waarschuwingsmethoden in het instellingenmenu op het infotainmentsysteem om de volgende instellingen te wijzigen:
-
Waarschuwingsvolume: Hiermee stelt u het volume van het waarschuwingsgeluid in. Als u het waarschuwingsvolume uitschakelt, kan de functie u voor uw veiligheid toch met een laag volume waarschuwen.

-
Zorg ervoor dat de door u ingestelde waarschuwingsmethoden van toepassing kunnen zijn op de waarschuwingsmethoden van andere bestuurdershulpsystemen.
-
Ook wanneer het voertuig opnieuw wordt gestart, blijft de laatste instelling voor waarschuwingsmethoden behouden.
-
Het instellingsmenu is mogelijk niet beschikbaar voor uw voertuig, afhankelijk van de kenmerken en specificaties van het voertuig.