Werking van Rijhulp op de snelweg
Rijhulp op de snelweg
Weergave en bediening
U ziet de bedrijfsstatus van het systeem Rijhulp op de snelweg in de weergave Rijhulpsysteem op het instrumentenpaneel. Zie Meer details.


Rijhulp op de snelweg wordt weergegeven zoals hieronder, afhankelijk van de status van de functie.
-
Controlelampje Rijhulp op de snelweg, geeft weer of er een voorligger is en geeft het gekozen afstandsniveau weer.
-
Controlelampje Rijhulp op de snelweg
-
Groene HDA: Werkingsstatus
-
Grijs HDA: Standby-status
-
Knipperende witte HDA: Gaspedaal wordt ingedrukt
-
Geen: Uit-status
-
-
-
Ingestelde snelheid
-
Indicator Hulp bij rijbaan volgen
-
Eventuele aanwezigheid van een voorligger en de geselecteerde tussenafstand worden weergegeven.
-
Er wordt weergegeven of de rijstrook wordt gedetecteerd of niet.

-
Zie voor meer informatie over het display Meer details.
Zie voor meer informatie over het display Meer details.
-
De afbeeldingen en kleuren op het instrumentenpaneel kunnen afwijken afhankelijk van het type instrumentenpaneel of het thema gekozen in het instellingenmenu.
De Rijhulp op de snelweg inschakelen
Rijhulp op de snelweg werkt wanneer:
-
Als u tijdens het rijden op een beschikbare weg op de knop Rijhulpsysteem drukt om Rijhulp op de snelweg in te schakelen.
-
Wanneer u de hoofdrijbaan van een snelweg (of hoofdweg) oprijdt terwijl de Smart Cruise Control actief is, wordt het rijhulpsysteem niet ingeschakeld als de functie Lane Following Assist (Hulp bij rijbaan volgen) is uitgeschakeld.
Opnieuw starten na stoppen

A: Gebruik de schakelaar of het pedaal om te accelereren
Wanneer Rijhulp op de snelweg werkt, stopt uw auto als uw voorligger stopt. Als het voertuig voor u in beweging komt binnen 30
-
Eerste niveau: Waarschuwingsmelding
-
Tweede niveau: Waarschuwingsmelding (rood stuurwiel) en waarschuwingssignaal
Indien de handen van de bestuurder nog steeds niet op het stuur zijn na de waarschuwing Handen van het stuur, verschijnt de
waarschuwingsmelding en wordt Rijhulp op de snelweg automatisch geannuleerd. 30 seconden na de stop start uw voertuig ook.
Wanneer de auto is gestopt en gedurende 30 seconden heeft stilgestaan, verschijnt de melding op het instrumentenpaneel. Trap
het gaspedaal in of druk op de schakelaar + - of de schakelaar om met rijden te beginnen.
Waarschuwing Handen van het stuur

A: Houd de handen op het stuurwiel
Als de bestuurder het stuur gedurende meerdere seconden loslaat, verschijnt de waarschuwingsmelding en weerklinkt er een waarschuwingssignaal met verschillende niveaus.
-
Eerste niveau: Waarschuwingsmelding
-
Tweede niveau: Waarschuwingsmelding (rood stuur) en waarschuwingssignaal

A: Highway Driving Assist (rijhulp op de snelweg) uitgeschakeld
Indien de handen van de bestuurder nog steeds niet op het stuur zijn na de waarschuwing Handen van het stuur, verschijnt de waarschuwingsmelding en wordt Rijhulp op de snelweg automatisch geannuleerd.
Beperking rijsnelheid

A: Geen greep van de bestuurder gedetecteerd. Rijsnelheid wordt beperkt
Wanneer de functie Rijhulp op de snelweg geannuleerd wordt door de waarschuwing Handen van het stuur, wordt de rijsnelheid beperkt.
Terwijl de functie Beperking rijsnelheid in werking is, verschijnt de waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel en weerklinkt er een continu waarschuwingsgeluid.
Aan één kant van de rijstrook rijden (indien van toepassing)

Bij een rijsnelheid hoger dan 60 km/u (40 mph) wordt uw voertuig naar de andere richting gestuurd als er een voertuig dicht in de buurt komt, om zo veilig rijden te ondersteunen. Als er aan weerszijden van de rijstrook voertuigen dichtbij u rijden, zal de functie u niet naar de andere kant van de rijstrook leiden.
Rijhulp op de snelweg op stand-by
Als het Smart Cruise Control-systeem tijdelijk geannuleerd wordt terwijl Rijhulp op de snelweg werkt, staat Rijhulp op de snelweg in stand-by. Hulp bij rijbaan volgen treedt dan normaal in werking.

-
De functie Beperking rijsnelheid helpt u om niet harder te rijden dan 60 km/u (40 mph). Op dat moment mindert het voertuig vaart vanwege zijn voorligger. Nadat het voertuig vaart heeft geminderd, kan het niet meer automatisch accelereren.
-
De functie Beperking rijsnelheid wordt onder volgende omstandigheden geannuleerd:
-
Wanneer de bestuurder het stuur weer vastgrijpt
-
Wanneer de bestuurder de functie Hulp bij rijbaan volgen aanzet door het indrukken van de toets Rijstrookassistentie (
).
-
Als het (+), (-), (
) schakelaar of (
) toets wordt bediend of het gas- of rempedaal wordt ingetrapt
-
Rijhulp voor rijstrook wisselen op de snelweg (indien van toepassing)
Weergave en bediening
U ziet de werkingsstatus van de functie Rijhulp op de snelweg in de Driving Assistmodus (rijhulpprogramma) op het instrumentenpaneel. Zie Meer details.
De functie Rijhulp voor wisselen van rijstrook op de snelweg wordt weergegeven zoals hieronder, afhankelijk van de status van de functie.


-
Controlelampje rijhulp voor rijstrook wisselen op de snelweg
-
Groen (
) aan: Klaar status
-
Groen (
) knipperen: Werkingsstatus
-
Grijs (
) aan: Standby-status
-
Wit (
) knipperen: geannuleerd (alleen weergegeven op een bepaald moment)
-
-
Rijstrookmarkering
De rijstrookmarkering wordt identiek aan de Indicatie veranderen van rijstrook op de snelweg (1) weergegeven. De beschikbaarheid van de rijstrookdetectie zal echter worden weergegeven in de stand-bystatus.
-
Groene pijl en schaduw
De groene pijl wordt getoond wanneer er een bepaalde periode verstreken is nadat de functie actief is geworden en voordat de rijstrookwissel afgerond is.
-
Bericht
-
De melding wordt getoond wanneer de functie niet werkt, zelfs als de richtingaanwijzer wordt ingeschakeld.
-
De melding wordt getoond wanneer de functie werd geannuleerd terwijl deze actief was.
-
De functie rijhulp voor rijstrook wisselen op de snelweg wordt ingeschakeld wanneer aan volgende omstandigheden wordt voldaan.
-
De toets rijhulp of de toets rijstrookassistentie dient voor het inschakelen van de rijhulp op de snelweg.
-
U drukt op de OK-toets op het stuurwiel terwijl er een melding op het instrumentenpaneel staat met de vraag of u de rijhulp voor rijstrook wisselen op de snelweg wil gebruiken.
De rijhulp voor wisselen van rijstrook op de snelweg inschakelen

A: Druk op de OK-toets om Rijhulp voor wisselen van rijstrook in te schakelen
Wanneer de functie Highway Lane Change Assist (rijhulp voor rijstrook wisselen op de snelweg) aanstaat, is de functie gereed voor gebruik wanneer aan de volgende omstandigheden wordt voldaan:
-
Rijhulp op de snelweg is actief
-
Hulp bij rijbaan volgen is actief
-
Een voertuig aan de achterzijde van uw auto werd meer dan eenmaal waargenomen nadat de auto is aangezet
-
Uw rijsnelheid hoger ligt dan 30 km/u (20 mph)
-
Wanneer er met een lage snelheid wordt gereden, kan het voertuig alleen bediend worden, als de voertuigen in de rijstroken links en rechts herkend worden en als er geen botsingsgevaar is bij het veranderen van rijstrook.
* Lage snelheid: (30-60 km/u (20-40 mph)
-
Waarschuwing hands-off (handen van het stuur) wordt niet weergegeven op het instrumentenpaneel
-
De alarmknipperlichten staan uit

-
Zolang de functie Rijhulp voor wisselen van rijstrook aan staat (controlelampje aan), wordt de functie Lane Following Assist (Hulp bij rijbaan volgen) niet geannuleerd, zelfs niet als de richtingaanwijzer of de alarmknipperlichten in werking zijn.
-
De functie rijhulp voor rijstrook wisselen wordt automatisch uitgeschakeld bij rijden onder volgende wegomstandigheden:
-
Eén rijstrook
-
Wegen zonder fysieke centrale scheidingsstructuren (zoals vangrails)
-
Weg met kruispunten of zebrapaden verderop.
-
Er is een voetganger of fietser op de weg voor u
-
-
Als de rijsnelheid onder 25 km/u (15 mph) gaat in de gereedstatus, zal deze veranderen naar de standy-status.
-
Wanneer er met een lage snelheid gereden wordt, zal het voertuig overgaan in de standby-status, als het niet herkend wordt door de voertuigen in de linker- en rechterrijstroken ernaast.
* Lage snelheid: (30-60 km/u (20-40 mph)
-
Als er botsingsgevaar wordt gedetecteerd, zal het systeem overgaan naar de standby-status.
-
De afbeeldingen of kleuren worden mogelijk anders weergegeven naargelang de specificaties van het instrumentenpaneel of het geselecteerde thema.

Wanneer de functie Rijhulp voor wisselen van rijstrook op de snelweg tijdens het gebruik uitgaat, wordt de stuurhulp tijdelijk geannuleerd. Wees altijd voorzichtig als u rijdt.
Rijhulp voor wisselen van rijstrook op de snelweg in werking

1 midden
De functie Rijhulp voor wisselen van rijstrook op de snelweg wordt actief wanneer u de richtingaanwijzer naar de stand (A)
of (B) beweegt terwijl de functie in de gereed-status (() het controlelampje is groen) en aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
De bestuurder heeft zijn/haar hand op het stuurwiel
-
Er is geen aanrijdingsrisico in de richting van de rijstrookwissel
-
Er is een weg met twee rijstroken met onderbroken lijnen in kleur in de richting van de rijstrookverandering
-
Er zijn geen waarschuwingen van de Ondersteuning botsingsvermijding voorzijde of het Waarschuwingssysteem aanrijdingen dode hoek
-
Het voertuig rijdt in het midden van de rijstrook (mag niet te dicht bij de rand van de rijstrook rijden)
-
De weg waarop u rijdt of de weg waarop u van rijstrook gaat wisselen, is een weg waarop de functie kan werken

-
Als de richtingaanwijzerhendel in de A-stand wordt gezet, wordt de functie Rijhulp voor wisselen van rijstrook op de snelweg actief. Als de richtingaanwijzerhendel daarna in de neutrale stand wordt gezet, wordt de Rijhulp voor wisselen van rijstrook op de snelweg geannuleerd voordat u invoegt op de rijstrook.
De functie Rijhulp voor wisselen van rijstrook op de snelweg wordt niet geannuleerd nadat u de rijstrook bent opgereden. Pas wanneer de rijstrookwissel is afgerond, wordt de functie geannuleerd en gaat de richtingaanwijzer uit.
-
Wanneer u de richtingaanwijzerhendel een bepaalde tijd in de stand B hebt gezet, verschijnt de groene pijl. Op dat moment wordt de rijstrookwissel nog steeds ondersteund, ook als u de hendel loslaat en die terugkeert naar zijn oorspronkelijke stand.
-
Zolang de rijstrookwissel door de functie wordt gedaan, zal de richtingaanwijzer, gaat het controlelampje van de richtingaanwijzer branden, ook als u de richtingaanwijzer vasthoudt en dooft het controlelampje zodra de rijstrookwissel voltooid is.
Rijhulp voor wisselen van rijstrook op de snelweg stand-by
De functie Rijhulp voor wisselen van rijstrook op de snelweg zal in stand-by staan wanneer niet aan alle voorwaarden voor de gereed-status is voldaan of wanneer u invoegt of rijdt op één van de volgende wegen:
-
Weg binnen een bepaalde afstand tot een tolpoort op de hoofdweg van de snelweg
-
De weg voor u eindigt zonder knooppunt of afrit
-
Weg met scherpe bochten
-
Weg met smalle rijstroken
Annulatie Rijhulp voor wisselen van rijstrook op de snelweg
De functie wordt geannuleerd als:
-
De richtingaanwijzer wordt aangezet in de andere richting dan de rijstrookwissel
-
Het stuur bruusk wordt omgegooid
-
Als de richtingaanwijzer in stand A wordt gezet terwijl de Rijstrookassistent actief is en vervolgens weer in stand N (neutraal), voordat van rijstrook wordt gewisseld.

-
Wanneer de functie actief is, wordt deze geannuleerd bij één van de volgende gebeurtenissen:
-
Rijhulp op de snelweg wordt uitgezet
-
De functie Lane Following Assist (Hulp bij rijbaan volgen) of de Smart Cruise Control wordt uitgezet of tijdelijk onderbroken
-
De waarschuwing Handen van het stuur wordt weergegeven op het instrumentenpaneel
-
De richtingaanwijzerhendel wordt in de stand A gezet
-
De alarmknipperlichten zijn ingeschakeld
-
De waarschuwingsmelding van het Aanrijdingspreventiesysteem voor of van de dodehoekassistent wordt weergegeven
-
Er wordt een mogelijke aanrijding in de aangrenzende rijstrook gedetecteerd, ook al is er geen waarschuwing van de functie Aanrijdingspreventiesysteem voor of van het Waarschuwingssysteem aanrijdingen dode hoek
-
De voor de wissel beoogde rijstrook verdwijnt
-
De voor de wissel beoogde rijstrook wordt niet waargenomen
-
Er is een probleem met de richtingaanwijzers
-
De functie rijhulp voor rijstrook wisselen op de snelweg staat uit (de functie wordt uitgezet in het instellingenmenu als de weg een eenrichtingsweg wordt, er een kruising of oversteekplaats aankomt, u een weg zonder structuur zoals een middenberm of vangrail oprijdt of als er een voetganger of fietser op de rijstrook is.)
-
Als de rijsnelheid onder 25 km/u (15 mph) gaat in de gereedstatus, zal deze veranderen naar de standy-status.
-
Wanneer er met een lage snelheid gereden wordt, zal het voertuig overgaan in de standby-status, als het niet herkend wordt door de voertuigen in de linker- en rechterrijstroken ernaast.
* Lage snelheid: (30-60 km/u (20-40 mph)
-
Als er botsingsgevaar wordt gedecteerd
-
-
Wanneer de functie wordt geannuleerd wanneer deze actief is, kan het voertuig nog naar het midden van de rijstrook rijden of kan de stuurhulp stoppen, afhankelijk van de rijomstandigheden. Let tijdens het rijden altijd op de weg en de rijomstandigheden.
-
Mogelijk werkt de functie niet normaal op wegen met voetgangers of fietsers, zoals een kruising of oversteekplaats. Let tijdens het rijden altijd op de weg en de rijomstandigheden.