Batterij laden
Uw auto is uitgerust met een onderhoudsvrije batterij op basis van calcium.
-
Als de batterij op korte tijd leeg raakt, laad hem dan op door hem gedurende 10 uur langzaam te laden (trickle of druppelladen).
-
Als de batterij geleidelijk ontlaadt door een hoge elektrische belasting tijdens het rijden, moet deze gedurende 2 uur met een stroomsterkte van 20-30 A worden opgeladen.

-
Neem bij het laden van de batterij de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
-
De batterij moet uit de auto worden verwijderd en in een goed geventileerde ruimte geplaatst worden.
-
Houd sigaretten, vonken en open vuur uit de buurt van de batterij.
-
Houd de batterij tijdens het laden in de gaten; beëindig het laden of wijzig de laadstroom wanneer het elektrolyt in de cellen begint te borrelen of de temperatuur van het elektrolyt hoger dan 49 °C (120 °F) wordt.
-
Draag een veiligheidsbril wanneer u de batterij tijdens het opladen controleert.
-
Neem de batterijlader in de onderstaande volgorde los.
-
Zet de hoofdschakelaar van de batterijlader uit.
-
Neem de klem los van de minpool.
-
Neem de klem los van de pluspool.
-
-
-
Schakel vóór het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan de batterij of het laden van de batterij alle elektrische verbruikers uit en leg de auto stil.
-
Koppel de minkabel van de batterij altijd eerst los en sluit de minkabel van de batterij altijd als laatste weer aan.
-
We raden aan om vervangende batterijen van een officiële Kia-dealer/servicepartner te gebruiken.