Zoek enkel op titel
Home > Onderhoud > Lampen > Veiligheidsmaatregelen bij het vervangen van lampen

Veiligheidsmaatregelen bij het vervangen van lampen

Schakel voordat u lampen gaat vervangen de auto uit op een veilige plaats, trek de parkeerrem stevig aan en ontkoppel de minpool (-) van de accu. Gebruik alleen lampen met het voorgeschreven wattage.

Storingen van lamponderdelen vanwege een netwerkfout

Storingen van lamponderdelen kunnen worden veroorzaakt door een netwerkstoring of een storing in het elektrische systeem van de auto. Laat als er een probleem is het systeem onderhouden door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

Storing van lamponderdelen vanwege stabilisering van het elektrische regelsysteem

Een normaal werkende lamp kan tijdelijk flikkeren. Dit kortstondige verschijnsel is te wijten aan de stabilisatiefunctie van het elektrische regelsysteem van het voertuig. Als de lamp snel weer normaal brandt, hoeft de auto niet te worden gecontroleerd.

Als de lamp na het kortstondig flikkeren echter uitgaat of blijft flikkeren, moet u het systeem laten onderhouden door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

WAARSCHUWING
  • Zet, voordat u lampen gaat vervangen, de handrem stevig vast en controleer of de EV-toets in de UIT-stand staat om te voorkomen dat de auto plotseling in beweging komt, dat u zich verbrandt of een elektrische schok krijgt.

  • Zorg ervoor dat de doorgebrande lamp vervangen wordt door een met dezelfde wattage. Anders kan het elektrische circuit ernstig beschadigd raken en kan er brand ontstaan.

    • Opgelet: de gloeilampen kunnen heet zijn, waardoor u uw vingers kunt verbranden.

LET OP
  • Raadpleeg een professionele werkplaats wanneer u niet over het juiste gereedschap, de juiste lampen en/of ervaring beschikt. Kia raadt aan een officiële Kia-dealer/servicepartner te raadplegen.

  • In veel gevallen kan het zelf vervangen van lampen problemen opleveren vanwege het feit dat om bij de lamp te kunnen komen, eerst andere onderdelen verwijderd dienen te worden. Dat is in het bijzonder het geval als u de koplampunit moet verwijderen om bij de lamp(en) te kunnen komen. Het verwijderen en plaatsen van de koplampunit kan leiden tot beschadigingen aan de auto.

  • Het verwijderen en plaatsen van de koplampunit kan leiden tot beschadigingen aan de auto. Gebruik alleen originele Kia-onderdelen of onderdelen van gelijkwaardige kwaliteit. Zo niet, dan kan dit leiden tot het doorbranden van een zekering of andere schade aan de bedrading.

  • Installeer geen extra lampen of LED-lampen in de auto. Het installeren van extra lampen kan slechte werking en flikkeren van de lampen veroorzaken. Het kan ook schade aan de zekeringkast en andere bedrading veroorzaken.

OPMERKING
  • Als de lamp of de stekker van een lamp van ingeschakelde verlichting wordt verwijderd, ziet het elektronische apparaat van de zekeringkast dit mogelijk als een storing. Hierdoor wordt mogelijk een storingscode met betrekking tot een lamp opgeslagen in de zekeringkast.

  • Het is normaal dat een lamp die in werking is tijdelijk knippert. Aangezien dit het gevolg is van de stabilisatiefunctie van het elektronische regelsysteem van de auto, betekent het dat er geen probleem is met de auto wanneer de lamp na het tijdelijk knipperen normaal gaat branden.

    Als de lamp echter meerdere keren blijft knipperen of helemaal dooft, is er mogelijk een storing aanwezig in het elektronische regelsysteem van de auto. Laat het voertuig in dat geval onmiddellijk nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

  • Raadpleeg een professionele werkplaats indien na een ongeval of vervanging van de koplampunit de koplampen opnieuw afgesteld moeten worden. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

  • Na zware regenval of het wassen van het voertuig kunnen de lenzen van de koplampen en achterlichten bevroren lijken. Dit wordt veroorzaakt door het temperatuurverschil tussen de binnenzijde en de buitenzijde van het lampglas. Dit is vergelijkbaar met het beslaan van de ruiten bij het rijden onder regenachtige omstandigheden en duidt niet op een probleem met uw auto. Laat in het geval er vocht in het circuit van de verlichting is gekomen het voertuig controleren door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.