Storingen en beperkingen omgevingsmonitor
Storingen omgevingsmonitor
Als de omgevingsmonitor niet naar behoren werkt, als het scherm flikkert of als het camerabeeld niet normaal wordt weergegeven, raadt Kia aan een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Beperkingen van de omgevingsmonitor
-
Het scherm kan abnormale beelden weergeven, en in de volgende omstandigheden verschijnt er een icoontje in de linkerbovenhoek van het scherm:
-
De achterklep is open.
-
Het portier van de bestuurder of voorpassagier wordt geopend.
-
De buitenspiegel is ingeklapt.
-

-
Om een botsing te voorkomen, moet u ALTIJD rond uw auto kijken om er zeker van te zijn dat zich hier geen voorwerpen of obstakels bevinden voordat u de auto verplaatst. Wat u op het scherm ziet, kan verschillen van de werkelijke locatie van het voertuig.
-
De achteruitrijmonitor kan objecten op een andere afstand weergeven dan wat op het scherm wordt weergegeven vanwege de correctie van de breedbeeld camerabeelden. Ook kunnen de parkeerrichtlijnen achteraan niet correct weergegeven worden, wanneer het voertuig overhelt wanneer vracht en andere voorwerpen in de bagageruimte zijn geplaatst. Controleer de omgeving van de auto voor de veiligheid.
-
Omgevingsmonitor is ontworpen voor gebruik op een plat oppervlak. Als hij gebruikt wordt op wegen met verschillende hoogten zoals stoepranden en verkeersdrempels, kan het beeld op het scherm er niet correct uitzien.
-
Zorg ervoor dat de lens van de camera altijd schoon is. Als de lens bedekt is met vuil, kan dat een negatieve invloed hebben op de cameraprestaties en werkt de omgevingsmonitor mogelijk niet goed. Gebruik echter geen chemische oplosmiddelen zoals sterke reinigingsmiddelen, met een hoog alkalinegehalte of vluchtige organische oplosmiddelen (bezine, aceton, enz.). Anders kan de cameralens beschadigd raken.