Storingen en beperkingen van de functie Rijhulp op de snelweg
Storing van Rijhulp op de snelweg

A: Controle Bestuurdersassistentiesysteem
Als Rijhulp op de snelweg niet naar behoren werkt, verschijnt de waarschuwingsmelding en gaat het Hoofdwaarschuwingslampje
() branden op het instrumentenpaneel.
Laat de functie Rijhulp op de snelweg nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

-
De bestuurder is verantwoordelijk voor het controleren van de auto om veilig te rijden.
-
Houd uw handen altijd aan het stuur tijdens het rijden.
-
de functie Rijhulp op de snelweg is een hulpmiddel dat de bestuurder helpt bij het rijden en is geen volledig autonoom rijsysteem. Controleer altijd de wegomstandigheden en neem indien nodig passende maatregelen om veilig te rijden.
-
Blijf altijd op de weg letten; het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om te vermijden dat hij/zij de verkeersregels overtreedt. De fabrikant van het voertuig is niet verantwoordelijk voor eventuele verkeersovertredingen of ongevallen die worden veroorzaakt door de bestuurder.
-
Mogelijk kan de functie Rijhulp op de snelweg niet alle verkeerssituaties herkennen. De functie Rijhulp op de snelweg detecteert wellicht geen mogelijke aanrijdingen door beperkingen van de functie. Wees u altijd bewust van de beperkingen van de functie. Obstakels zoals voertuigen, motoren, fietsen, voetgangers of niet gespecificeerde voorwerpen of constructies zoals vangrails, tolpoorten enz. die met het voertuig kunnen botsen, worden mogelijk niet gezien.
-
De functie Rijhulp op de snelweg wordt automatisch uitgeschakeld in volgende situaties:
-
Rijden op wegen waar Rijhulp op de snelweg niet werkt, zoals snelwegparkeerplaatsen, kruisingen, afritten enz.
-
De navigatie werkt niet naar behoren, bijvoorbeeld wanneer ze wordt bijgewerkt of opnieuw wordt opgestart
-
-
Afhankelijk van de wegomstandigheden (navigatie-informatie) of de omgeving is het mogelijk dat de functie Rijhulp op de snelweg onbedoeld wordt in- of uitgeschakeld.
-
De functie Hulp bij rijbaan volgen wordt mogelijk tijdelijk uitgeschakeld als de frontzichtcamera de rijstroken niet goed kan detecteren of als de waarschuwing Handen van het stuur is geactiveerd.
-
Mogelijk hoort u het waarschuwingssignaal van Rijhulp op de snelweg niet als er veel lawaai in de omgeving is.
-
Als de auto boven een bepaalde snelheid door een bocht rijdt, is het mogelijk dat uw auto naar een bepaalde kant trekt of van de rijstrook afwijkt.
-
Wanneer u een aanhangwagen of een ander voertuig trekt of sleept, raden we aan dat u om veiligheidsredenen de functie Rijhulp op de snelweg uitschakelt.
-
Afhankelijk van hoe het stuurwiel wordt vastgehouden of van de wegomstandigheden kan de waarschuwingsmelding hands-off mogelijk te vroeg of te laat verschijnen. Houd uw handen altijd aan het stuur tijdens het rijden.
-
Lees voor uw eigen veiligheid het instructieboekje voordat u het Rijhulp op de snelweg gebruikt.
-
Rijhulp op de snelweg zal niet werken als de auto wordt gestart of als de detectiesensoren of de navigatie worden opgestart.

U kunt dit controleren in de servicemelding van de utility information-weergave van het instrumentenpaneel.
Beperkingen van de functie Rijhulp op de snelweg
Onder volgende omstandigheden functioneren de functies Rijhulp op de snelweg en Rijhulp voor wisselen van rijstrook op de snelweg mogelijk niet goed of helemaal niet:
-
De kaartgegevens en de werkelijke weg verschillen omdat het navigatiesysteem niet is bijgewerkt
-
De kaartgegevens en de werkelijke weg verschillen als gevolg van een fout in de realtime GPS- of kaartgegevens
-
Het infotainmentsysteem is overbelast door het gelijktijdig uitvoeren van functies zoals routes zoeken, videoweergave, spraakherkenning.
-
GPS-signalen worden geblokkeerd op bepaalde plaatsen, zoals in een tunnel
-
De bestuurder gaat uit koers, of het resetten van de navigatieroute door de bestemming te wijzigen (inclusief routewijziging in overeenstemming met realtime verkeersinformatie) of annuleren van de route naar de bestemming
-
De auto rijdt een benzinestation binnen of een snelwegparkeerplaats op
-
Android Auto of CarPlay is actief
-
Het navigatiesysteem kan de actuele positie van het voertuig niet detecteren (bv. op verhoogde wegen, zoals viaducten naast gewone wegen, of wegen in de buurt die parallel lopen)
-
Als het voertuig de witte enkelgestreepte rijstrooklijnen en weggrenzen niet herkent
-
Als sommige rijstroken tijdelijk beperkt zijn
-
Als er geen fysieke scheidingsstructuren zijn, zoals een middenberm, in het midden van de weg
-
Als de rijstrook waarnaar u wilt overstappen een busstrook of een variabele rijstrook is
-
Als er een aanhangwagen, carrier of andere uitrusting is bevestigd

Raadpleeg voor meer informatie over de frontcamera, frontradar, hoekradars voor en hoekradars achter Meer details.