Zoek enkel op titel
Home > Bestuurdershulpsysteem > Remote Smart Parking Assist 2 (RSPA 2, slimme parkeerhulp op afstand 2) > Beperkingen en storingen in de Slimme parkeerhulp op afstand

Beperkingen en storingen in de Slimme parkeerhulp op afstand

Storing in de Slimme parkeerhulp op afstand

Controle Slimme parkeerhulp op afstand

  1. Controleer parkeerhulp

  2. Bezoek een nabijgelegen servicecenter.

Als Slimme parkeerhulp op afstand niet behoorlijk werkt, verschijnt de waarschuwing Controleer Parkeerhulp op het scherm van het infotainmentsysteem. Als de melding verschijnt, gebruik de functie dan niet langer. Kia raadt aan contact op te nemen met een officiële Kia-dealer/servicepartner.

Slimme parkeerhulp op afstand uitgeschakeld

  1. Parkeerhulp uitgeschakeld.

  2. Raadpleeg de gebruikershandleiding.

Als parkeerhulp op afstand actief is, kan de functie worden geannuleerd en kan de waarschuwing Parkeerhulp geannuleerd verschijnen, ongeacht het parkeerbevel. Naargelang de situatie kunnen er ook andere meldingen verschijnen. Volg tijdens het parkeren met Slimme parkeerhulp op afstand de aanwijzingen op het scherm van het infotainmentsysteem op. Kijk altijd rond en let goed op als u de functie gebruikt.

Slimme parkeerhulp op afstand stand-by

  1. Voorwaarden Parkeerhulp niet vervuld

  2. Raadpleeg de gebruikershandleiding.

Als de melding Niet voldaan aan voorwaarden voor parkeerhulp verschijnt, wanneer de toets Parkeren/Weergave () ingedrukt wordt gehouden, staat de Slimme parkeerhulp op afstand in stand-by. Druk na enige tijd nogmaals op de toets Parkeren/weergave () om te zien of de functie werkt.

De melding verschijnt zelfs als de batterij van de smart key bijna leeg is. Controleer het energieniveau van de batterij van de smart key.

De melding verschijnt wanneer de EV-modus zich in Gebruiksmodus bevindt. Raadpleeg de beknopte handleiding voor meer informatie over de Gebruiksmodus.

De begeleiding wordt ook weergegeven wanneer de EV-modus in Gebruiksmodus bevindt. Raadpleeg voor meer informatie de beknopte gids ‘Gebruiksmodus’.

Beperkingen van de Slimme parkeerhulp op afstand

In de volgende omstandigheden zijn de prestaties van de functie om te parkeren of het voertuig te laten wegrijden beperkt, is er mogelijk een risico op een botsing of schakelt Slimme parkeerhulp op afstand uit. Parkeer het voertuig indien nodig handmatig of rij het handmatig uit de parkeerplaats.

  • Wanneer accessoires aan het stuurwiel zijn bevestigd of onderdelen van de stuurinrichting zijn aangepast

  • Het voertuig is uitgerust met een sneeuwketting of met reserveband of wiel van een verschillende maat

  • Remsysteemonderdelen, zoals remschijven en remklauwen, zijn aangepast

  • De bandenspanning is lager of hoger dan de standaard bandenspanning

  • Uw voertuig is geladen met een last die langer of breder is dan uw voertuig of er is een aanhangwagen aan uw voertuig gekoppeld

  • Als de wielen verkeerd zijn uitgelijnd of de ophangingscomponenten zijn gewijzigd

  • Uw voertuig helt sterk naar één zijde over

  • Uw voertuig is uitgerust met een trekhaak

  • Het kenteken is niet op de oorspronkelijke plaats gemonteerd

  • Terwijl Slimme parkeerhulp op afstand is geactiveerd, bevindt er zich een persoon, dier of voorwerp boven of onder de ultrasoonsensor

  • Wanneer de parkeerplek smal is

  • Er is een obstakel zoals een persoon, dier of een voorwerp (vuilbak, fiets, motor, winkelkarretje, smalle pilaar, enz.) naast de parkeerplaats

  • Er staat een ronde of smalle paal of een paal waar objecten zoals een brandblusser, enz. omheen staan naast de parkeerplaats

  • Oneffen wegdek (stoeprand, verkeersdrempel, enz.)

  • De weg is glad

  • De parkeerruimte bevindt zich naast een voertuig met een grotere bodemvrijheid of een groot voertuig zoals een vrachtwagen, enz.

  • De parkeerplaats helt af

  • Als de parkeerplek met parkeerlijnen nat is door sneeuw of plassen of als er markeringen op staan

  • Als het wegdek rond de parkeerplek met parkeerlijnen ongelijk is door scheuren

  • Als de parkeerlijnen te dun of te dik zijn

  • Als sommige parkeerlijnen gewist of vervaagd zijn

  • Als de parkeerlijnen afgedekt zijn door een persoon, dier of materiaal zoals sneeuw of dozen

  • Er staat een sterke wind

  • Als Remote Smart Parking Assist (slimme parkeerhulp op afstand) wordt gebruikt op oneffen wegen, een onverharde weg, struiken, enz.

  • De prestaties van de ultrasoonsensoren worden beïnvloed door uiterst warme of koude weersomstandigheden

  • Een van de ultrasoonsensoren is bedekt met sneeuw of water

  • Er is een object in de buurt dat ultrasone golven genereert

  • Er is een draadloos apparaat met een reductieoverbrenging actief in de buurt van de ultrasoonsensoren

  • Uw voertuig wordt beïnvloed door de Afstandswaarschuwing parkeren van een andere auto

  • Een van de sensoren is onjuist gemonteerd of gepositioneerd door een impact op de bumper

  • Wanneer de ultrasoonsensor de volgende voorwerpen niet kan detecteren

    • Scherpe of smalle voorwerpen als touwen, kettingen of paaltjes

    • Voorwerpen lager dan 100 cm (40 in) en smaller dan 14 cm (6 in)

    • Voorwerpen die de hoogfrequente signalen van de sensor absorberen, zoals kleding, sponsachtige materialen of sneeuw

    • Een persoon, dier of voorwerp bevindt zich te dichtbij de sensor

  • Wanneer de groothoekcamera parkeerlijnen of voorwerpen onjuist of niet detecteert

    • Wanneer er een laag voorwerp (zoals een stoeprand), een scherp voorwerp of een dun voorwerp aanwezig is (zoals een touw)

    • Wanneer een persoon, dier of voorwerp zich te dichtbij of te ver van het voertuig bevindt

    • Wanneer een voorwerp zich hoog boven de grond bevindt, zoals een pick-uptruck.

    • Als er vuil of waterdruppels op de camera zitten

    • Als er felle verlichting rond de camera is

    • Wanneer de omgeving zeer donker is

    • Wanneer er licht weerkaatst door de toestand van het wegoppervlak

Denk eraan dat slimme parkeerhulp op afstand mogelijk niet normaal functioneert in de volgende situaties:

Parkeren op een helling

Parkeer handmatig als u op een helling parkeert.

Parkeren op een oneffen weg

Slimme parkeerhulp op afstand kan annuleren als het voertuig slipt of als het voertuig niet kan bewegen door de toestand van de weg, zoals steentjes of gruis.

Parkeren achter een vrachtwagen

Gebruik de Slimme parkeerhulp op afstand niet in de buurt van voertuigen met een hogere bodemvrijheid, zoals bussen, vrachtwagens, enz. Het kan leiden tot een ongeval.

Naast een pilaar parkeren

Slimme parkeerhulp op afstand werkt mogelijk minder goed als er een smal object, ronde of vierkante pilaar staat of een pilaar omringd door voorwerpen zoals een brandblusser naast de parkeerruimte. De bestuurder moet de auto handmatig parkeren.

Naast het voertuig dat verkeerd uitgelijnd is

Als de slimme parkeerhulp op afstand wordt gebruikt op een parkeerplek waar het voertuig ernaast verkeerd uitgelijnd is, rijdt uw voertuig mogelijk over de parkeerlijn heen om het geparkeerde voertuig te vermijden. Als er wel parkeerlijnen staan en deze goed worden herkend, helpt de slimme parkeerhulp op afstand de bestuurder met fileparkeren langs de parkeerlijnen.

Een parkeerplaats bij een muur verlaten

Mogelijk werkt de Slimme parkeerhulp op afstand niet goed als u van een parkeerplek wegrijdt die smal is en dichtbij een muur ligt. Kijk voordat u gaat rijden altijd of er voetgangers, dieren of objecten zijn.

Parkeren in een smalle ruimte

Voor uw veiligheid zoekt de Slimme parkeerhulp op afstand niet naar parkeerplekken op terreinen met parkeerplekken die smaller zijn dan de minimaal vereiste ruimte om te parkeren.

Parkeren in de sneeuw

Sneeuw kan de werking van de sensor belemmeren of het systeem wordt mogelijk geannuleerd als de weg tijdens het parkeren glad is.

Onregelmatige parkeerplaats

Slimme parkeerhulp op afstand werkt niet normaal op plaatsen waar de parkeerlijnen niet parallel lopen. Zelfs als een parkeerplaats wordt herkend, gebruik deze dan niet.

Schuine parkeerplaats

Slimme parkeerhulp op afstand werkt niet goed op hellende of gebogen wegoppervlakken, zelfs als er parkeerstrepen zijn. Zelfs als een parkeerplaats wordt herkend, gebruik deze dan niet.

Schuin parkeren

De functie op afstand vooruit of achteruit bewegen werkt mogelijk niet goed op een diagonale parkeerplaats.

WAARSCHUWING
  • Het veilig parkeren en verlaten van de auto is de verantwoordelijkheid van de bestuurder. Gebruik Intelligente parkeerhulp op afstand maar controleer altijd de omgeving bij het in- en uitparkeren. Onder verschillende omgevingsomstandigheden werkt de remregeling mogelijk niet omdat mensen, dieren, andere voertuigen of voorwerpen rondom het voertuig mogelijk niet goed worden gedetecteerd. Als er een risico is op een botsing met een obstakel in de buurt, laat dan de bedieningsknop los om de functie te stoppen.

  • Als u slimme parkeerhulp op afstand gebruikt, blijft u voor de veiligheid uit de buurt van de richting waarin het voertuig beweegt.

  • Let altijd op de omgeving als u de Slimme parkeerhulp op afstand gebruikt. U kunt botsen met voetgangers, dieren of objecten als ze zich in de buurt van de sensoren of in de dodehoekzone van de sensoren bevinden.

  • Een botsing is mogelijk als een persoon, dier of object plotseling de auto nadert terwijl de Slimme parkeerhulp op afstand in werking is.

  • Gebruik slimme parkeerhulp op afstand niet wanneer u onder invloed van alcohol erkeert.

  • Laat kinderen of anderen de Smart Key niet gebruiken.

  • Als slimme parkeerhulp op afstand voortdurend en lang gebruikt wordt, heeft dat een negatieve invloed op de prestaties van het systeem.

  • Het Slimme parkeerhulp op afstand-systeem werkt mogelijk niet normaal als de wielen niet goed zijn uitgelijnd, zoals wanneer het voertuig naar één kant helt. Kia raadt aan contact op te nemen met een officiële Kia-dealer/servicepartner.

  • U hoort mogelijk een geluid als de Slimme parkeerhulp op afstand remt of als de bestuurder het rempedaal intrapt.

  • de Slimme parkeerhulp op afstand kan plots remmen om een aanrijding te vermijden.

  • Gebruik de Slimme parkeerhulp op afstand alleen op een parkeerplaats die groot genoeg is om het voertuig veilig te laten bewegen.

OPMERKING
  • Als het 3de waarschuwingsniveau (continu gepiep) van de Afstandswaarschuwing vooruit/achteruit parkeren weerklinkt wanneer de Slimme parkeerhulp op afstand actief is, betekent dit dat het gedetecteerde object zich dicht bij uw auto bevindt. Op dat moment zal de Slimme parkeerhulp op afstand tijdelijk stoppen. Zorg ervoor dat er geen voetgangers, dieren of voorwerpen rond het voertuig zijn.

  • Afhankelijk van de remwerking kunnen de stoplichten mogelijk beginnen branden terwijl het voertuig beweegt.

  • Als het vanop afstand gestarte voertuig lang in koud weer geparkeerd stond, kan de functie Remote Smart Parking Assist (slimme parkeerhulp op afstand) vertraagd werken of worden geannuleerd, naargelang de staat van de auto.