Druppellader (draagbare laadkabel)*


De druppellader kan worden gebruikt als de AC-lader niet beschikbaar is.
-
Stekker en kabel
-
Regeleenheid (ICCB)
-
Laadstekker/kabel
* : Afhankelijk van uw regio is deze kabel niet aanwezig in uw voertuig.
Koppelen van draagbare laadkabel (ICCB: In-Cable Control Box) (Type A) wordt aangesloten
-
Zet alle schakelaars UIT, zet de selectieknop naar P (parkeren) en zet de auto UIT.
-
Steek de stekker in een wandcontactdoos.

-
Ga na of het controlelampje van de voeding (groen) op de regeleenheid brandt.

-
Trap het rempedaal in en activeer de parkeerrem.
-
Open de laadaansluiting door op achterste rand van de laadklep te drukken.

-
Verwijder stof dat in de laadstekker en de laadaansluiting zit.
-
Hou de laadstekkerhendel vast.
Verbinding met voertuig
Steek hem dan in de laadaansluiting totdat u een klik hoort. Als er geen volledige aansluiting is, kunnen de laadstekker en de laadaansluiting niet goed contact maken en kan er brand ontstaan.
-
Het opladen begint automatisch en het laadlampje knippert.

-
Controleer of het controlelampje van de laadkabelaansluiting voor de hoogspanningsbatterij in het instrumentenpaneel AAN gaat.

Er wordt niet geladen wanneer het controlelampje niet brandt. Als de laadstekker niet goed aangesloten is, dan moet de laadkabel nogmaals aangesloten worden om te beginnen met laden.
OPMERKING-
Er wordt alleen geladen als de selectieknop in de stand P (parkeren) staat. Het is mogelijk om de batterij te laden terwijl de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand ACC staat. De 12V-accu kan dan echter worden ontladen. Laad de batterij dus indien mogelijk op terwijl de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand OFF staat.
-
Als u de selectieknop van P (parkeren) naar R (achteruit)/N (neutraal)/D (rijden) beweegt, stopt het laadproces. Om opnieuw te beginnen met laden, beweegt u de selectieknop naar P (parkeren), zet u de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand OFF en verwijdert u de laadkabel. Sluit dan de laadkabel weer aan en start het laadproces opnieuw.
-
-
Nadat het laden gestart is, wordt de geschatte laadtijd gedurende ongeveer 1 minuut weergegeven op het instrumentenpaneel. Hij wordt ook weergegeven wanneer het bestuurdersportier wordt geopend tijdens het laden. Als er een laadprocedure is gepland, wordt de geschatte laadtijd weergegeven als “--”.

Koppelen van draagbare laadkabel (ICCB: In-Cable Control Box) (Type B) wordt aangesloten
-
Zet alle schakelaars UIT, zet de selectieknop naar P (parkeren) en zet de auto UIT.
-
Steek de stekker in een wandcontactdoos.

-
Controleer of het voedingslampje (groen) op de regeleenheid brandt.

-
Trap het rempedaal in en activeer de parkeerrem.
-
Open de laadaansluiting door op achterste rand van de laadklep te drukken.

-
Verwijder stof dat in de laadstekker en de laadaansluiting zit.
-
Hou de laadstekkerhendel vast.


Steek hem dan in de laadaansluiting totdat u een klik hoort. Als er geen volledige aansluiting is, kunnen de laadstekker en de laadaansluiting niet goed contact maken en kan er brand ontstaan.
-
Het laden begint automatisch (laadlampje gaat branden).

-
Controleer of het controlelampje van de laadkabelaansluiting voor de hoogspanningsbatterij in het instrumentenpaneel AAN gaat.

Er wordt niet geladen wanneer het controlelampje niet brandt. Als de laadstekker niet goed aangesloten is, dan moet de laadkabel nogmaals aangesloten worden om te beginnen met laden.
OPMERKING-
Er wordt alleen geladen als de selectieknop in de stand P (parkeren) staat. Het is mogelijk om de batterij te laden terwijl de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand ACC staat. De 12V-accu kan dan echter worden ontladen. Laad de batterij dus indien mogelijk op terwijl de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand OFF staat.
-
Als u de selectieknop van P (parkeren) naar R (achteruit)/N (neutraal)/D (rijden) beweegt, stopt het laadproces. Om opnieuw te beginnen met laden, beweegt u de selectieknop naar P (parkeren), zet u de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand OFF en verwijdert u de laadkabel. Sluit dan de laadkabel weer aan en start het laadproces opnieuw.
-
-
Nadat het laden gestart is, wordt de geschatte laadtijd gedurende ongeveer 1 minuut weergegeven op het instrumentenpaneel. Hij wordt ook weergegeven wanneer het bestuurdersportier wordt geopend tijdens het laden. Als er een laadprocedure is gepland, wordt de geschatte laadtijd weergegeven als “--”.

Laadkabel opbergen

We raden u aan de kabel van de druppellader na gebruik in een opbergdoos te doen.
Laadstatuscontrolelampje portable laadkabel (Type A)
|
Regeleenheid |
Controlelampje |
Meer informatie |
|
|---|---|---|---|
![]() |
STEKKER |
![]() (Groen) |
Aan: Voeding aan knippert: Storing in temperatuursensor van de stekker |
![]() (Rood) |
Aan: Bescherming tegen te hoge temperatuur van de stekker knippert: Waarschuwing te hoge temperatuur van de stekker |
||
|
POWER |
![]() |
Aan: Voeding aan |
|
|
CHARGE |
![]() |
knippert: Laden in de spaarstand, alleen de laadindicator licht op. |
|
|
FAULT |
![]() |
knippert: opladen onderbroken |
|
|
LAADNIVEAU |
![]() |
Laadstroom 12 A |
|
![]() |
Laadstroom 10A |
||
![]() |
Laadstroom 8A |
||
|
AUTO |
![]() (Groen) |
Laadstekker aangesloten |
|
![]() (Blauw) |
Laden |
||
![]() (Rood) |
knippert: Opladen onmogelijk |
||
|
NEE |
Regeleenheid |
Status/diagnose/tegenmaatregel |
NEE |
Regeleenheid |
Status/diagnose/tegenmaatregel |
|---|---|---|---|---|---|
|
1 |
![]() |
Laat het systeem nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. |
2 |
![]() |
|
|
3 |
![]() |
|
4 |
![]() |
Laat het systeem nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. |
|
5 |
![]() |
Laat het systeem nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. |
6 |
![]() |
Laat het systeem nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. |
|
7 |
![]() |
Laat het systeem nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. |
8 |
![]() |
|
Laadstatuscontrolelampje portable laadkabel (Type B)

|
Controlelampje |
Meer informatie |
|
|---|---|---|
|
POWER |
Aan: Voeding aan |
|
|
CHARGE |
Aan: Opladen knippert: stroombeperking omwille van een hoge stekkertemperatuur of hoge interne temperatuur |
|
|
FAULT |
knippert: opladen onderbroken |
|
|
LAADNIVEAU |
12 |
12 A |
|
10 |
10 A |
|
|
08 |
8 A |
|
|
06 |
6 A |
|
|
De laadstroom verandert elke keer dat de toets (1) minder dan 1 seconde wordt ingedrukt terwijl de lader is aangesloten op een stroomvoorziening maar niet op de auto. ![]() |
||
|
Controlelampje |
Meer informatie |
||
|---|---|---|---|
|
Foutcode |
On (Aan): Fout tijdens laden/ Fout tijdens zelfdiagnose |
||
|
Foutcode |
Onderdeel |
Oorzaak |
|
|
E1 |
CP-communicatie |
Voertuigcommunicatiefout |
|
|
E2 |
Lekkage |
Stroomlek |
|
|
E3 |
Fout in lader |
||
|
E4 |
Stekkertemperatuur |
Waarschuwing oververhitting stekker |
|
|
E5 |
Temperatuurstoring stekker |
||
|
E6 |
Fout in lader |
||
|
E7 |
Te hoge stroomsterkte |
Waarschuwing overstroom bij laden |
|
|
E8 |
Interne temperatuur |
Oververhitting van lader |
|
|
E9 |
Fout in lader |
||
|
F1 |
Relais zekering |
Fout in lader |
|
|
F2 |
GM/I |
Slechte aarding van aansluiting |
|
|
F3 |
SMPS Stroomstoring |
SMPS-fout (storing in de spanning) |
|
|
F4 |
SMPS-fout (abnormale spanning) |
||
|
F5 |
CP-spanningsfout |
CP (-) spanningsfout |
|
|
F6 |
CP (+) spanningsfout |
||
|
F7 |
Fout temperatuursensor |
Fout stekker temperatuursensor |
|
|
F8 |
Fout in interne temperatuursensor van PCB |
||
Status/diagnose/tegenmaatregel

-
Laadstekker op het voertuig aangesloten (groene POWER-lampje brandt)
-
Stekker verbonden met een contactdoos (groene controlelampje Power brandt)

-
Laadindicatorlampje (groen POWER-lampje brandt / blauw laadlampje brandt)
-
Laadstroom

-
Abnormale temperatuur
-
Storing in CCB (In-Cable Control Box)

-
Storing in diagnoseapparaat
-
Stroomlek
-
Abnormale temperatuur

-
Als u de stekker van de lader ontkoppeld heeft en weer in het stopcontact heeft gestoken, lost u de foutmelding op door 2 seconden of langer op de toets te drukken.

-
Het controlelampje van het laadniveau gaat uit als de status langer dan een 1 minuut niet wijzigt.
Loskoppelen van draagbare laadkabel (ICCB: In-Cable Control Box)
-
Controleer voordat u de laadstekker loskoppelt dat de portieren ontgrendeld zijn. Als de portieren vergrendeld zijn, zorgt de vergrendeling van de laadstekker ervoor dat loskoppelen niet mogelijk is. Om kabeldiefstal te voorkomen kan de laadstekker niet uit de aansluiting gehaald worden zolang de portieren vergrendeld zijn. Als het voertuig echter in de AUTO-modus is, wordt de laadstekker automatisch ontgrendeld wanneer het opladen voltooid is.
OPMERKINGOm de laadstekker los te koppelen, ontgrendelt u de portieren zodat de vergrendeling van de laadstekker wordt ontgrendeld. Als u dit niet doet, kan er schade ontstaan aan de laadstekker en de laadaansluiting op de auto.
-
Hou de laadstekkerhendel vast en trek hem naar buiten.

-
Zorg ervoor dat de klep van de laadaansluiting goed gesloten wordt.
-
Neem de stekker uit de wandcontactdoos. Trek niet aan de kabel bij het loskoppelen van de stekker.

-
Sluit de beschermklep voor de laadstekker, zodat er geen verontreinigingen in de aansluiting terecht kunnen komen.
-
Plaats de laadkabel in het kabelcompartiment om hem te beschermen.
Voorzorgsmaatregelen voor draagbare laadkabel (ICCB: In-Cable Control Box)
-
Gebruik alleen een portable laadkabel die door Kia gecertificeerd is.
-
Probeer een portable laadkabel niet te repareren, te demonteren of te modificeren.
-
Gebruik geen verlengsnoer of adapter.
-
Stop onmiddellijk als er een waarschuwingslampje voor een storing gaat branden.
-
Raak de stekker en de laadstekker niet aan met natte handen.
-
Raak de aansluitingen van de laadstekker voor de AC-lader en de laadaansluiting voor de AC-lader in de auto niet aan.
-
Sluit de laadstekker niet aan op een andere spanning dan is voorgeschreven.
-
Gebruik de portable laadkabel niet als deze versleten is, als de isolatie beschadigd is of als er andere beschadigingen aan de portable laadkabel zijn.
-
Gebruik de portable laadkabel niet als de ICCB-behuizing en de laadstekker voor de AC-lader beschadigd of gebarsten zijn of als er blootliggende draden te zien zijn.
-
Laat de portable laadkabel niet gebruiken door kinderen en laat kinderen de portable laadkabel niet aanraken.
-
Houd de regeleenheid droog.
-
Houd de laadstekker voor de AC-lader en de aansluitingen van de stekker vrij van verontreinigingen.
-
Stap niet op de kabel of het snoer. Trek niet aan kabel of snoer en verdraai of buig ze niet.
-
Laad de auto niet op als het bliksemt.
-
Laat de regeleenheid niet vallen en plaats geen zware objecten op de regeleenheid.
-
Plaats geen objecten die veel warmte genereren in de buurt van de lader tijdens het laden.
-
Laden met een versleten of beschadigde wandcontactdoos kan voor risico op een elektrische schok zorgen. Als u twijfelt over de staat van de wandcontactdoos, laat deze dan controleren door een gediplomeerd elektricien.
-
Stop onmiddellijk met het gebruik van de portable laadkabel als de wandcontactdoos of onderdelen oververhit zijn of als u een brandgeur ruikt.
Te ondernemen acties bij problemen met het laden van uw elektrische auto
Wanneer u de hoogspanningsbatterij niet kunt laden na het aansluiten van de lader, moet u de volgende zaken controleren:
-
Controleer de laadinstellingen voor de auto.
(bijv. wanneer een laadprocedure is gepland, begint het laden niet direct als de AC-lader of draagbare lader wordt aangesloten.)
-
Controleer de bedrijfsstatus van de AC-lader, draagbare lader.
(Status van draagbare lader)
* De daadwerkelijke methode voor het aangeven van de laadstatus kan verschillen afhankelijk van de laderfabrikant.
-
Wanneer de auto niet kan worden geladen en er een waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel wordt weergegeven, moet u de desbetreffende melding controleren.
-
Als de auto met een andere normaal werkende lader wel goed kan worden geladen, moet u contact opnemen met de laderfabrikant.
-
Als de auto met een andere normaal werkende lader ook niet kan worden geladen, bevelen wij u aan om contact op te nemen met een officiële Kia-dealer/servicepartner voor een inspectie.













