Achterstoelen afstellen
Vooruit/achteruit (stoelen op de 2e zitrij)

Verstel de stoel als volgt vooruit of achteruit:
-
Houd de hendel voor de langsverstelling omhooggetrokken.
-
Schuif de stoel in de gewenste positie.
-
Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is.
Stel de stoel af voordat u gaat rijden en controleer of de stoel goed vergrendeld is door te proberen deze handmatig naar voren of achteren te schuiven. Als de stoel beweegt, dan is hij niet goed vergrendeld.
Rugleuningverstelling (2e zitrij)

Stel de rugleuning als volgt af:
-
Trek de hendel van de rugleuningverstelling omhoog.
-
Houd de hendel omhoog en stel de rugleuning in de gewenste positie in.
-
Laat de hendel los en controleer of de rugleuning is vergrendeld. (De hendel MOET in de oorspronkelijke positie staan om de rugleuning te vergrendelen.)
Walk-in stoel (2e zitrij, bij 6/7-zitter)
Op de 3e zitrij in- en uitstappen:
-
Leid de veiligheidsgordel door de gordelklem. Trek, nadat de veiligheidsgordel is vastgemaakt, de band strak door deze richting de blokkeerautomaat te trekken.

-
Om te ontgrendelen, drukt u op de schakelaar (1) aan de bovenzijde van de 2e zitrij of drukt u op de schakelaar (2) aan de onderzijde van de 2e zitrij.

U kunt de stoel op de 2e zitrij ook ontgrendelen door te trekken aan de lus (indien van toepassing) die zich onder de rugleuning van de stoel op de 2e zitrij bevindt. Als er onder de rugleuning van de 2e zitrij een lus is, is er een label voorzien om aan te geven waar de lus zich bevindt.

-
Klap de rugleuning van de 2e zitrij neer en duw de stoel zo ver mogelijk naar voren.
Schuif na het in- of uitstappen de stoel weer naar achteren en klap de rugleuning omhoog tot deze vastklikt. Controleer of de stoel vergrendeld is.


Gebruik de walk-in-functie niet als de auto rijdt of als er mensen op de 2e zitrij zitten omdat hierdoor de stoel plotseling in beweging kan komen, waardoor de passagier letsel kan oplopen.
Achterstoel neerklappen
De rugleuning achter kan worden opgeklapt om het vervoer van langere voorwerpen mogelijk te maken of de bagageruimte te vergroten.

Het doel van de opklapbare rugleuning is het vervoer van langere voorwerpen mogelijk te maken waarvoor anders geen ruimte is.
Laat passagiers nooit op de neergeklapte rugleuning zitten terwijl de auto rijdt. Dit is niet bedoeld als zitplaats en er zijn geen veiligheidsgordels voorhanden. Het kan bij een aanrijding of een noodstop leiden tot ernstig letsel of de dood. Voorwerpen die op de neergeklapte rugleuning vervoerd worden mogen niet boven de rugleuning van de voorstoelen uitsteken. Als dat wel het geval is kan de lading bij een noodstop naar voren schuiven en letsel of schade veroorzaken.
De achterbank neerklappen
-
Steek de gesp van de veiligheidsgordel achter in de opening tussen de rugleuning en de zitting en plaats de gordel in de geleider om beschadiging te voorkomen.
Stoel op de 2e zitrij
Stoel op de 3e zitrij (indien van toepassing)

-
Zet de rugleuning zoveel mogelijk rechtop en schuif indien nodig de voorste stoel naar voren.
-
Zet de hoofdsteunen achter in de laagste positie.
-
Trek aan de hendel (2e zitrij) of lus (3e zitrij) voor het neerklappen van de rugleuning en klap de rugleuning naar voren. Controleer na het rechtop zetten van de rugleuning altijd of de rugleuning goed vergrendeld is door tegen de bovenzijde van de rugleuning te drukken.
Stoel op de 2e zitrij
Stoel op de 3e zitrij (indien van toepassing)
-
Trek de rugleuning omhoog terwijl u aan de hendel (2e zitrij) of lus (3e zitrij) trekt om de achterbank weer in zijn oorspronkelijke positie te plaatsen.
Druk de rugleuning stevig naar achteren totdat deze vastklikt.
Zorg ervoor dat de rugleuning vergrendeld is.
Stoel op de 2e zitrij
Stoel op de 3e zitrij (indien van toepassing)
-
Plaats de veiligheidsgordel weer in de juiste positie.
Neerklappen stoel op de 2e zitrij (vanaf 3e zitrij) (indien van toepassing)

De schakelaar voor het neerklappen van stoelen op de 2e zitrij bevindt zich aan de rechterzijde van de 3e zitrij.
De rugleuning op de 2e zitrij klapt neer.
Als u op de linker schakelaar drukt, klappen de rugleuningen van de linker en middelste stoelen neer.
Als u op de rechter schakelaar drukt, klapt de rugleuning van de rechter stoel neer.

Neerklappen stoelen achter
Klap de stoelen achter (2e en 3e zitrij) niet neer als u passagiers, dieren of bagage op de achterste stoelen vervoert.
Dit kan letsel of schade aan de passagiers, dieren of bagage veroorzaken.

Rechtop zetten van de stoel
Als u de rugleuning weer rechtop zet moet u deze vasthouden en langzaam omhoog klappen. Als u de rugleuning tijdens het omhoog klappen niet vasthoudt, kan de rugleuning terugschieten en u verwonden.

Beschadiging van de veiligheidsgordels achter
Als u de rugleuning van de stoelen achter (2e of 3e zitrij) neerklapt, moet u de gordelsluiting in de opbergruimte tussen de rugleuning en de zitting steken. Hierdoor wordt voorkomen dat de gordelsluiting beschadigd raakt.

Veiligheidsgordels achter
Vergeet niet bij het omhoog klappen van de rugleuning achter (2e of 3e zitrij) de schoudergordels in de juiste positie terug te plaatsen. Door de veiligheidsgordel door de geleider te leiden, voorkomt u dat hij achter of onder de achterbank bekneld raken.

Bagage
Lading moet altijd worden vastgezet om te voorkomen dat ze bij een aanrijding door de auto wordt geslingerd en inzittenden letsel toebrengt. Plaats geen voorwerpen op de achterstoelen (2e of 3e zitrij) omdat ze niet goed kunnen worden vastgezet en bij een aanrijding kunnen gaan schuiven en de inzittenden voorin kunnen raken.

Plaatsen van bagage
Zorg, telkens als u bagage in- of uitlaadt, dat de motor niet draait, dat de automatische transmissie in stand P (Parkeren) of de handgeschakelde transmissie in stand R (Achteruit) of in de 1e versnelling staat en dat de parkeerrem goed is geactiveerd. Als u deze stappen niet opvolgt, kan de auto zich in beweging zetten als de draaikeuzeschakelaar per ongeluk in een andere stand wordt gezet.