Ontwasemfunctie (indien van toepassing)
Om de kans op beslaan van de binnenkant van de voorruit tot een minimum te beperken, wordt de luchttoevoer of de airconditioning
automatisch afgestemd op omstandigheden als het inschakelen van stand
of
stand.
of
stand.
Doe het volgende om de automatische ontwasemfunctie uit of in te schakelen.
Automatische ontwasemfunctie uitschakelen/inschakelen

1
Zet de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) op ON.
2
Druk op de toets voorruitontwaseming (
).
).
3
Houd de aircotoets (A/C) ingedrukt en druk de luchttoevoertoets ten minste 5 keer in binnen 3 seconden.
Het controlelampje RECIRCULATIE knippert 3 keer met intervallen van 0,5 seconde. Dit geeft aan dat de ontwasemfunctie is uitgeschakeld of dat is teruggekeerd naar de geprogrammeerde status.
Als de accu te ver ontladen raakt of losgekoppeld is geweest, wordt standaard de ontwasemfunctie ingeschakeld.