Instellingen Surround View Monitor

-
U kunt de instellingen van de Surround View Monitor wijzigen door te drukken op het pictogram (
) op het scherm terwijl de functie actief is, of door 'Driver Assistance → Parking Safety → Camera Settings’ ('Bestuurdershulp
→ Parkeerveiligheid → Camera-instellingen') te selecteren in het menu Settings (instellingen) als de toets ENGINE START/STOP
(motor starten/stoppen) in stand ON staat.
-
Inhoud weergeven: Om de instellingen te wijzigen van de functies Bovenaanzicht parkeerhulp, Parkeerhulp in achteraanzicht en Waarschuwing parkeerafstand.
-
Scherminstellingen: om de helderheid en het contrast van het scherm te wijzigen.
-

De menu-instellingen in uw auto zijn mogelijk niet noodzakelijk beschikbaar vanwege de gekozen opties of regio's.
Surround View Monitor Auto On (Auto Til)
Selecteer met de motor aan 'Driver Assistance (Bestuurdershulp) → Parking Safety (Parkeerveiligheid) → Surround View Monitor Auto On (Omgevingsmonitor aan)' van het instellingenmenu van het infotainmentsysteem om de functie te gebruiken.

Zie Meer detailsvoor meer informatie.
Toets Parking/View

Druk op de toets Parking/View (Parkeren/Weergave) (1) om de achteruitrijmonitor aan of uit te zetten.
Druk opnieuw op de toets om de functie uit te schakelen.
Zie Meer detailsvoor meer informatie.