Automatisch ontwasemingssysteem
Het automatische ontwasemingssysteem helpt de kans op het beslaan van de binnenzijde van de voorruit te verkleinen doordat de aanwezigheid van vocht aan de binnenzijde van de voorruit automatisch gesignaleerd wordt.


Als het automatische ontwasemingssysteem actief is, brandt het controlelampje.
Als een grote hoeveelheid vocht in de auto wordt gedetecteerd, wordt het automatische ontwasemingssysteem ingeschakeld.
De volgende stappen worden automatisch uitgevoerd:
Het automatische ontwasemingssysteem uitschakelen of resetten
Houd de toets voor voorruitontwaseming 3 seconden ingedrukt wanneer het contact of de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) op ON staat.
Wanneer het automatische ontwasemingssysteem wordt uitgeschakeld, knippert het controlelampje van de ontwasemingstoets 3 keer.
Wanneer het automatische ontwasemingssysteem wordt gereset, knippert het controlelampje van de ontwasemingstoets 6 keer zonder signaal.

-
Wanneer de airconditioning is ingeschakeld door het automatische ontwasemingssysteem en u probeert de airconditioning uit te schakelen, dan knippert het controlelampje 3 keer en wordt de airconditioning niet uitgeschakeld.
-
Om te zorgen dat het automatische ontwasemingssysteem effectief en efficiënt blijft werken, moet u de stand RECIRCULATIE niet selecteren terwijl het systeem actief is.
-
Wanneer het automatische ontwasemingssysteem actief is, zijn zowel de aanjagerknop, de temperatuurregelknop als de luchttoevoertoets uitgeschakeld.

Verwijder de behuizing van de regensensor boven aan de voorruit aan bestuurderszijde niet.
Eventuele schade aan onderdelen die hierdoor kan ontstaan, valt niet onder de fabrieksgarantie.