Voorpassagiersairbag in- en uitschakelen

-
Steek om de voorpassagiersairbag uit te schakelen de hoofdsleutel in de ON/OFF-schakelaar voor de airbag en zet deze op OFF.
Het controlelampje voorpassagiersairbag OFF (
) zal gaan branden en blijven branden totdat de airbag weer wordt ingeschakeld.
-
Steek om de voorpassagiersairbag in te schakelen de hoofdsleutel in de ON/OFF-schakelaar voor de airbag en zet deze op ON.
Het controlelampje voorpassagiersairbag UIT zal uitgaan en het controlelampje voorpassagiersairbag AAN (
) zal gaan branden en blijven branden totdat de airbag weer wordt uitgeschakeld.

De AAN/UIT-schakelaar van de voorste passagiersairbag kan eventueel ook worden bediend met een vergelijkbaar klein en stevig voorwerp. Controleer altijd de stand van de ON/OFF-schakelaar van de voorpassagiersairbag en het controlelampje voorpassagiersairbag ON/OFF.

-
Als de schakelaar voor de passagiersvoorairbag op ON staat, kan de airbag worden geactiveerd en mag er geen baby- of kinderzitje op de bijrijdersstoel worden geplaatst.
-
Als de schakelaar voor de voorpassagiersairbag op OFF staat, is de voorpassagiersairbag uitgeschakeld.

-
Als een defect optreedt in de ON/OFF-schakelaar voor de airbag, gaat het airbagwaarschuwingslampje (
) op het instrumentenpaneel branden. En het controlelampje OFF van de voorpassagiersairbag (
) gaat niet branden (het controlelampje voorpassagiersairbag ON gaat branden), de SRS-regelmodule reactiveert de voorpassagiersairbag
en deze zal worden opgeblazen bij een frontale aanrijding, ook al staat de ON/OFF-schakelaar van de voorpassagiersairbag in
de stand OFF.
Laat het systeem in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
-
Als het waarschuwingslampje airbag knippert of niet gaat branden als het contact of de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) op ON wordt gezet of gaat branden tijdens het rijden, moet u het systeem laten controleren door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

-
De bestuurder is verantwoordelijk voor de juiste stand van de ON/OFF-schakelaar van de voorpassagiersairbag.
-
Schakel de passagiersvoorairbag alleen maar uit als het contact of de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) is uitgeschakeld omdat er anders een defect kan ontstaan in de airbagmodule.
Verder bestaat het gevaar dat de bestuurdersairbag en/of de voorpassagiersairbag en/of de zijairbag en gordijnairbag niet of niet op de juiste manier worden geactiveerd in geval van een aanrijding.
-
Plaats nooit een naar achter gericht kinderzitje op de passagiersstoel vooraan, tenzij de voorpassagiersairbag is uitgeschakeld. De baby of het kind kan bij een ongeval ernstig of dodelijk letsel oplopen door het activeren van de airbag.
-
Monteer ook als uw auto is voorzien van een ON/OFF-schakelaar voor de passagiersvoorairbag geen kinderzitje op de bijrijdersstoel. Een kinderzitje mag nooit op de voorstoel worden geplaatst. Kinderen die te groot zijn voor een kinderzitje moeten plaatsnemen op de achterstoelen en gebruikmaken van de aanwezige driepuntsgordels. Bij een aanrijding zitten kinderen het veiligst als ze op de juiste manier gebruikmaken van de veiligheidsgordels op de achterstoelen.
-
Zodra het kinderzitje niet meer nodig is op de voorpassagiersstoel, moet de voorpassagiersairbag weer worden ingeschakeld.
-
Plaats of steek nooit een voorwerp in een kleine opening in de buurt van de zijairbaglabels die aan de autostoelen zijn bevestigd. Wanneer de airbag wordt geactiveerd, kan het voorwerp het opblazen van de airbag beïnvloeden en een onverwacht ongeluk of lichamelijk letsel tot gevolg hebben.

Geen voorwerpen bevestigen
Er mogen geen voorwerpen (zoals crashpadafdekking, houder voor mobiele telefoon, bekerhouder, parfum of etiketten) worden aangebracht op of in de buurt van de airbagmodules op het stuurwiel, het instrumentenpaneel, het glas van de voorruit en het voorpassagierspaneel boven het dashboardkastje. Dergelijke voorwerpen kunnen letsel veroorzaken als de auto betrokken raakt bij een botsing die ernstig genoeg is om de airbags te activeren. Plaats geen voorwerpen op de airbag of tussen de airbag en uzelf.