Elektronische parkeerrem (EPB)
De parkeerrem met EPB-schakelaar aantrekken

Controleer of het waarschuwingslampje gaat branden.
Daarnaast wordt de EPB automatisch ingeschakeld als de toets Auto Hold aan staat wanneer de auto wordt uitgeschakeld. Bovendien wordt de EPB ingeschakeld als u de EPB-schakelaar omhoogtrekt nadat de auto is uitgeschakeld.

Risico op ongelukken en letsel door het zonder toezicht achterlaten van kinderen in de auto.
Als u kinderen zonder toezicht achterlaat in de auto kunnen zij de auto in beweging brengen, bijvoorbeeld door:
-
Het ontgrendelen van de parkeerrem.
-
Het uit stand P (parkeren) schakelen van de transmissie.
-
Het starten van de motor. Bovendien kunnen zij apparatuur van de auto bedienen.
Laat kinderen en huisdieren nooit zonder toezicht achter in de auto.
Als u de auto verlaat, moet u altijd de Smart Key met u meenemen en de auto vergrendelen.

Op een steile helling of bij het trekken van een aanhanger moet het volgende worden gedaan als de auto niet stil blijft staan:
-
Activeer de EPB.
-
Trek de EPB-schakelaar gedurende ten minste 3 seconden omhoog.
Activeer de EPB niet terwijl de auto in beweging is, tenzij er sprake is van een noodgeval.

Bij het bedienen of ontgrendelen van de EPB kan een klikkend geluid of gejank van de elektrische remmotor hoorbaar zijn.
Dat is normaal en geeft aan dat de EPB op de juiste manier werkt.
De parkeerrem ontgrendelen met de EPB-schakelaar

De parkeerrem ontgrendelen met de EPB-schakelaar:
Automatische ontgrendeling van EPB
-
Automatische transmissie
-
Start de motor.
-
Maak de veiligheidsgordel van de bestuurder vast.
-
Sluit het bestuurdersportier, de motorkap en de achterklep.
-
Trap het gaspedaal in terwijl de transmissie in stand R (achteruit), D (rijden) of SPORT-modus staat.
-
Controleer of het waarschuwingslampje van het remsysteem dooft.

-
Voor uw eigen veiligheid kunt u de EPB inschakelen wanneer het contact of de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand OFF staat, maar u kunt de EPB niet uitschakelen.
-
Trap voor uw eigen veiligheid het rempedaal in en deactiveer de parkeerrem handmatig met de EPB-schakelaar wanneer u een helling af rijdt of wanneer u achteruitrijdt.
Volg de bovenstaande procedure niet wanneer u op een horizontale ondergrond rijdt. De auto kan dan plotseling naar voren schieten.

Als het waarschuwingslampje voor het parkeerremsysteem blijft branden terwijl de EPB gedeactiveerd is, moet u het systeem laten controleren door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

Rijd niet met uw auto wanneer de EPB is ingeschakeld. Hierdoor kunnen de remblokken en -schijven overmatig slijten.
Automatische inschakeling van EPB
-
Op een helling naar P (parkeren) schakelen
-
Motor uit terwijl toets AUTO HOLD aanstaat
-
Als de auto een beetje beweegt in de stand P (parkeren)
-
Onderstaande omstandigheden terwijl AUTO HOLD is ingeschakeld:
-
Het bestuurdersportier wordt geopend
-
Motorkap wordt geopend
-
Achterklep wordt geopend
-
De auto staat langer dan 10 minuten stil
-
-
Op verzoek van andere systemen

Bij auto's met elektronische parkeerrem (EPB) waarbij de functie AUTO HOLD (automatisch aanhouden van de remdruk) is gebruikt tijdens het rijden, is de EPB automatisch ingeschakeld als de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand OFF is gezet. Daarom
moet de functie AUTO HOLD worden uitgeschakeld voordat de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) wordt uitgezet.
EPB-waarschuwing
-
Als u probeert weg te rijden door het gaspedaal in te trappen terwijl de EPB is ingeschakeld, maar deze wordt niet automatisch gedeactiveerd, dan klinkt er een waarschuwing en verschijnt er een melding.
-
Als de veiligheidsgordel van de bestuurder niet is vastgemaakt en de motorkap, het bestuurdersportier of de achterklep open is, klinkt er een waarschuwing en wordt er een melding weergegeven.

-
Als er een probleem is met de auto, klinkt er mogelijk een waarschuwing en wordt er mogelijk een melding weergegeven.
Trap in dat geval het rempedaal in en schakel de EPB uit door de EPB-schakelaar in te drukken.

Gebruik van de parkeerrem
-
Laat passagiers nooit de parkeerrem aanraken. Als de parkeerrem per ongeluk wordt vrijgegeven, kan er ernstig letsel ontstaan.
-
Bij het parkeren van de auto moet altijd de parkeerrem worden geactiveerd om te voorkomen dat de auto zich onbedoeld in beweging zet, waardoor de inzittenden of voetgangers letsel op zouden kunnen lopen.
-
Bij het bedienen of ontgrendelen van de EPB kan een klikkend geluid of gejank van de elektrische remmotor hoorbaar zijn. Dat is normaal en geeft aan dat de EPB op de juiste manier werkt.
-
Geef degene aan wie u de sleutel afgeeft instructies over de bediening van de EPB.
-
De EPB kan defect raken wanneer u rijdt terwijl de EPB is ingeschakeld.
-
Trap het gaspedaal rustig in wanneer u de EPB automatisch wilt uitschakelen door het gaspedaal in te trappen.
Wanneer er niet correct wordt geschakeld van Auto Hold naar EPB klinkt er een waarschuwing en verschijnt er een melding.


Trap het rempedaal in wanneer bovenstaande melding verschijnt, want de Auto Hold-functie en de EPB worden mogelijk niet geactiveerd.
Als de EPB is ingeschakeld terwijl Auto Hold is geactiveerd vanwege een ESC-signaal (voertuigstabiliteitsregeling) klinkt er een waarschuwing en verschijnt er een melding.

EPB-storingsindicator

Als het controlelampje storing EPB blijft branden of tijdens het rijden gaat branden, of niet gaat branden als de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ON wordt gezet, is er mogelijk sprake van een storing in de EPB.
Laat uw auto in dat geval zo spoedig mogelijk nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Ook gaat het controlelampje storing EPB mogelijk branden wanneer het controlelampje ESC (voertuigstabiliteitsregeling) gaat branden om aan te geven dat het ESC niet goed werkt. Dit duidt echter niet op een storing in de EPB.

Het waarschuwingslampje EPB gaat mogelijk branden als de EPB-schakelaar niet goed werkt. Zet de motor uit, wacht enkele minuten en zet de motor weer aan. Het waarschuwingslampje dooft en de EPB-schakelaar werkt weer normaal. Als het EPB-waarschuwingslampje echter nog altijd brandt, moet u het systeem laten controleren door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Als het waarschuwingslampje van de parkeerrem niet gaat branden of gaat knipperen zelfs wanneer de EPB-schakelaar omhoog is getrokken, is de EPB niet ingeschakeld.
Druk op de EPB-schakelaar en trek hem omhoog als het waarschuwingslampje van de parkeerrem gaat knipperen wanneer het waarschuwingslampje EPB brandt. Druk hem nogmaals terug in de oorspronkelijke positie en trek hem weer omhoog. Laat het systeem nakijken door een professionele werkplaats als de EPB-waarschuwing niet verdwijnt. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Noodremmen met de EPB-schakelaar
De remmen werken alleen zolang u de EPB-schakelaar vasthoudt.

Activeer de elektronische parkeerrem (EPB) niet terwijl de auto in beweging is, tenzij er sprake is van een noodgeval. Wanneer tijdens het rijden met een normale snelheid de EPB wordt geactiveerd, kunt u plotseling de controle over de auto verliezen. Activeer de EPB voorzichtig wanneer u deze gebruikt om de auto tot stilstand te brengen.

Tijdens een noodstop met de EPB gaat het waarschuwingslampje van de parkeerrem branden om aan te geven dat het systeem in werking is.
Als u doorlopend geluid hoort of een brandgeur ruikt wanneer de EPB voor een noodstop wordt gebruikt, moet u uw auto door een professionele werkplaats of een andere garage met gekwalificeerd personeel laten controleren. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Wanneer de EPB niet ontgrendelt
Als de EPB niet op de normale manier wordt ontgrendeld, moet u de auto op een auto-ambulance naar een professionele werkplaats laten transporteren en het systeem laten controleren. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.