Zoek enkel op titel
Home > Kenmerken van uw auto > Ruitenwissers en ruitensproeiers > Automatisch wissen

Automatisch wissen (indien van toepassing)

Type A
Type B

De regensensor (A) bovenaan op de voorruit registreert de hoeveelheid regen en schakelt de ruitenwisser automatisch in met de juiste snelheid/intervaltijd. Hoe harder het regent, hoe hoger de wissersnelheid. Als het ophoudt met regenen, wordt de ruitenwisser automatisch uitgeschakeld.

Draai aan de snelheidsregelknop (B) om de snelheid te wijzigen.

Als de wisserschakelaar in de stand AUTO wordt gezet terwijl het contact of de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) op ON staat, werkt de wisser eenmaal om het systeem te controleren. Zet de schakelaar in stand OFF (0) als de ruitenwisser niet in gebruik is.

LET OP

Als het contact of de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ON staat en de schakelaar voor de ruitenwissers vóór in de stand AUTO, neem dan onderstaande aanwijzingen in acht om letsel te voorkomen:

  • Raak het bovenste deel van de voorruit, waar de regensensor zich bevindt, niet aan.

  • Veeg het bovenste deel van de voorruit niet schoon met een vochtige doek.

  • Oefen geen druk uit op de voorruit.

LET OP
  • Zet de schakelaar tijdens het wassen van de auto in stand OFF (0) om te voorkomen dat de ruitenwissers in dat geval automatisch worden ingeschakeld.

    Als de ruitenwisserschakelaar tijdens het wassen van het voertuig in de stand AUTO wordt gezet, raken de ruitenwissers mogelijk beschadigd.

  • Verwijder de behuizing van de regensensor bovenaan de voorruit aan passagierszijde niet. Eventuele schade aan onderdelen die hierdoor kan ontstaan, valt niet onder de fabrieksgarantie.

  • Zet de ruitenwisserschakelaar 's winters voor het starten van de motor in stand OFF (0). Als de ruitenwissers worden ingeschakeld terwijl de wisserbladen vastgevroren zijn, kunnen deze beschadigd raken. Verwijder alle sneeuw en ijs van de voorruit en ontdooi de voorruit voordat u de ruitenwissers inschakelt.

  • Let bij het tinten van de voorruit op dat er geen vloeistof in de sensor bovenaan in het midden van de voorruit terechtkomt. Anders kan er schade ontstaan.