Controleren van het koelvloeistofpeil
Vul het koelsysteem alleen bij met gedestilleerd of gedemineraliseerd water en vul het koelsysteem niet bij met gewoon kraanwater.
-
Een onjuist koelvloeistofmengsel kan storingen en schade aan de motor veroorzaken.
-
De motor van uw auto heeft aluminium onderdelen. Gebruik daarom een ethyleenglycol koelvloeistof op basis van fosfaat ter voorkoming van corrosie en bevriezing.
-
Gebruik geen koelvloeistof op ethanol- of methanol-basis; meng ook geen ethanol- of methanol-antivries met de voorgeschreven koelvloeistof.
-
Gebruik geen mengsel met meer dan 60% of minder dan 35% antivries; in dat geval is een optimale koelende werking niet gewaarborgd.
-
Controleer de toestand en de aansluitingen van alle slangen van het koelsysteem en van de verwarming. Vervang beschadigde en slechte slangen. Het koelvloeistofpeil in het expansievat dient tussen de merktekens MAX en MIN te liggen als de motor koud is. Vul als het peil laag is voldoende voorgeschreven koelvloeistof bij om het systeem tegen vorst en corrosie te beschermen. Vul bij tot MAX, maar vul niet te veel bij. Als veelvuldig bijvullen noodzakelijk is, moet u het systeem laten controleren door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.


Zorg na het bijvullen van de koelvloeistof dat de dop van het expansievat voor de motorkoelvloeistof goed dichtgedraaid is.
Anders kan de motor tijdens het rijden oververhit raken.
-
Controleer of het label op de dop van het expansievat voor de motorkoelvloeistof recht naar voren zit.

-
Zorg dat de kleine uitsteeksels aan de binnenzijde van de dop van het expansievat voor de motorkoelvloeistof goed in elkaar grijpen.


De dop van het expansievat voor de motorkoelvloeistof verwijderen

Verwijder de dop van het expansievat voor de motorkoelvloeistof nooit terwijl de motor draait of warm is. Anders kan er schade aan het koelsysteem ontstaan; bovendien kunt u ernstig letsel oplopen doordat er hete koelvloeistof of stoom ontsnapt.

Schakel de auto uit en wacht tot de motor is afgekoeld. Verwijder de motorkoelvloeistofdop uiterst voorzichtig. Wikkel een dikke doek rond de radiateurdop en draai hem tot de eerste aanslag. Zet een stap achteruit wanneer de druk uit het koelsysteem ontsnapt. Pas als u zeker weet dat er geen overdruk meer is, drukt u de dop met de doek in en draait u deze verder los.

Het peil van de motorkoelvloeistof wordt beïnvloed door de temperatuur van het hybridesysteem. Schakel de hybride auto uit voordat u de motorkoelvloeistof controleert of bijvult.

Zie de volgende tabel voor de mengverhouding.
|
Buitentemperatuur |
Mengverhouding (hoeveelheid) |
|
|---|---|---|
|
Antivries |
Water |
|
|
-15 °C (5 °F) |
35 |
65 |
|
-25 °C (-13 °F) |
40 |
60 |
|
-35 °C (-31 °F) |
50 |
50 |
|
-45 °C (-49 °F) |
60 |
40 |

Wikkel, om schade aan de motoronderdelen te voorkomen, een dikke handdoek om de dop van de motorkoelvloeistof en/of de dop van de inverterkoelvloeistof voordat u koelvloeistof bijvult om te voorkomen dat de koelvloeistof terechtkomt in de motoronderdelen, zoals de dynamo.
Koelvloeistof verversen
We adviseren u de koelvloeistof te laten vervangen door een officiële Kia-dealer/servicepartner overeenkomstig het in het begin van dit hoofdstuk beschreven onderhoudsschema.

Koelventilator

Wees voorzichtig wanneer u werkzaamheden verricht in de buurt van de bladen van de koelventilator. De elektromotor (koelventilator) wordt geregeld door de temperatuur van de koelvloeistof, de koudemiddeldruk en de rijsnelheid. Het kan soms werken ook als de motor niet draait.