Starten van de auto
Auto's met Smart Key-systeem
) controlelampje branden.
Of de motor nu warm is of koud, hij dient gestart te worden zonder het gaspedaal in te trappen.
Na het volgen van de startprocedures gaat het, (
) controlelampje in het instrumentenpaneel branden. Voor meer informatie, zie Meer details.
Brandstofbesparing en veilige bediening van het hybridesysteem
-
Rijd zo vloeiend mogelijk. Trek geleidelijk op en houd een constante rijsnelheid aan. Maak geen vliegende starts. Sprint niet van verkeerslicht naar verkeerslicht.
Vermijd indien mogelijk verkeersopstoppingen. Bewaar altijd voldoende afstand tot uw voorligger, zodat u onnodig remmen kunt voorkomen. Dat vermindert ook de slijtage op de remmen.
-
Tijdens het decelereren wekt het regeneratief remsysteem energie op.
-
Als het hybridebatterijpakket bijna leeg is, laadt het hybridesysteem automatisch het hybridebatterijpakket op.
-
Wanneer de motor draait met de selectieknop in stand N (neutraal), kan het hybridesysteem geen energie opwekken. De hybrideaccu kan niet worden opgeladen als de selectieknop in stand N (neutraal) staat.

Onder het hybridesysteem start en stopt de motor automatisch. Als het hybridesysteem werkt, brandt (
) controlelampje.
In de onderstaande situaties kan de motor automatisch draaien.
-
Wanneer de motor bedrijfsklaar is
-
Wanneer de hybrideaccu wordt opgeladen
-
Afhankelijk van de temperatuur van de hybrideaccu