Audiosysteem

Als u achteraf een HID-koplamp monteert, treden er mogelijk storingen op in het audiosysteem en de elektronische onderdelen van uw auto.
* Als uw auto over een infotainmentsysteem beschikt, raadpleeg dan de afzonderlijk geleverde handleiding voor meer informatie.
Antenne


-
Haaienvinantenne (Type A, indien van toepassing)
De dakantenne verzendt en ontvangt draadloze signalen zoals AF/FM, DAB, GNSS, LTE, enz.
-
Microstaafantenne (type B, indien van toepassing)
Uw auto gebruikt een sprietantenne om zowel AM- als FM-signalen te ontvangen.
* De signalen die de antenne kan uitzenden en ontvangen, variëren naar gelang van de voertuigoptie.

Breng geen metalen coatings aan, zoals Ni, Cd enz. Deze kunnen de ontvangst van AM- en FM-signalen verstoren.
USB-aansluiting


Afhankelijk van de maat, lengte en vorm van de USB-stick kunt u bij geforceerd sluiten van het afdekklepje het USB-apparaat beschadigen of vervormen of gaat het klepje wellicht niet meer open omdat het apparaat vastgelopen is.
Als de stick vastzit, kunt u bij geforceerd openen van het klepje het apparaat beschadigen.
Als de USB-stick er niet in past, sluit dan het klepje en probeer een andere USB-stick met andere specificaties.
Uitleg werking radiosysteem auto
FM-ontvangst

AM- en FM-radiozenders worden door zendmasten overal in het land uitgezonden. Ze worden opgevangen door de radioantenne op uw auto. Dit signaal wordt vervolgens verwerkt door de radio en doorgestuurd naar de luidsprekers in uw auto.
In sommige gevallen is het signaal dat door uw auto wordt opgevangen echter niet sterk en helder.
Dit kan worden veroorzaakt door factoren als de afstand tot de radiozender, de nabijheid van andere sterke radiozenders of de aanwezigheid van gebouwen, bruggen of andere grote obstakels in het gebied.
AM-ontvangst

AM-radiozenders kunnen over een grotere afstand worden ontvangen dan FM-radiozenders. Dit komt doordat AM-radiogolven op lage frequenties worden uitgezonden. Deze langeafstandsgolven met een lage frequentie volgen het aardoppervlak in plaats van zich rechtdoor te verplaatsen. Bovendien ontwijken ze obstakels, wat in een betere signaaldekking resulteert.
FM-radiozender

FM-radiozenders worden met een hoge frequentie uitgezonden en volgen hierbij niet het aardoppervlak. Daarom ontstaat bij FM-radiozenders op een relatief korte afstand van de radiozender vervorming. Bovendien ondervinden FM-signalen nadelige invloeden van gebouwen, bergen en obstakels. Dit kan leiden tot een ongewenste of onaangename geluidsweergave waarbij u veronderstelt dat uw radio niet in orde is.
De volgende situaties zijn normaal en duiden niet op problemen met de radio:
-
Fading: Naarmate uw auto verder van de radiozender vandaan rijdt, wordt het signaal zwakker en begint het geluid af te nemen. Wanneer dit gebeurt, selecteer dan een andere zender met een sterker signaal.

-
Flutter/statische ruis - Zwakke FM-signalen of grote obstakels tussen de zender en uw radio kunnen het signaal verstoren, waardoor flutter of statische ruis kunnen optreden. Deze storing kan iets worden onderdrukt door de hoge tonen te verminderen.
-
Wisseling van zenders: bij het zwakker worden van het FM-signaal is het mogelijk dat het signaal van een nabij gelegen, krachtige zender op dezelfde frequentie wordt ontvangen. Dit komt omdat uw radio automatisch op het helderste signaal afstemt. Selecteer in dit geval een andere zender met een sterker signaal.

-
Multi-Path Cancellation - Wanneer radiosignalen vanuit verschillende richtingen worden ontvangen, kan vervorming of kraken optreden. Dit kan worden veroorzaakt door een direct en weerkaatst signaal van dezelfde zender of door signalen van twee zenders met korte frequenties. Selecteer in dit geval een andere zender totdat deze omstandigheden voorbij zijn.
Een mobiele telefoon of een radio met zend- en ontvanginstallatie gebruiken
Wanneer u in de auto een mobiele telefoon gebruikt, kan het audiosysteem ruis gaan produceren. Dit betekent niet dat er iets mis is met de audioapparatuur. Probeer in dat geval mobiele apparaten zo ver mogelijk bij de audioapparatuur vandaan te gebruiken.

Bij gebruik van een communicatiesysteem zoals een mobiele telefoon of een radio in de auto, moet een aparte buitenantenne worden gemonteerd. Wanneer een mobiele telefoon of een radio uitsluitend met de interne antenne wordt gebruikt, kan dit het elektrisch systeem in de auto storen en een veilige bediening van de auto nadelig beïnvloeden.

Gebruik van mobiele telefoons
Gebruik uw mobiele telefoon niet tijdens het rijden. Zet de auto op een veilige plaats stil als u uw mobiele telefoon toch wilt gebruiken.